Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

RAPPORT

van onderzoek inzake het ongeval
met het vliegtuig P H - L K T
op 16 juli 1957 nabij het eiland Biak


Rapport PH-LKT
Bijlage 16

11. Vraaggesprek met de heer H.O. Wagenaar, gevoerd op 16 juli 1957 te Biak door overste J.L. den Hollander en J.C. Smits.

1.Vraag :
Antwoord :
Wat zijn Uw impressies ?
De start verliep normaal. Ik had het gevoel dat het toestel iets naar links afzwenkte, maar kon niets zien. Wat, mij opviel ( ik heb zelf veel gevlogen bij Soesterberg) dat van de linker binnenmotor een lange vlam (met de vingers wijzend ongeveer 25 cm). De vlam werd kleiner (wijzend met de vingers + 10 cm) kort voor we de zee raakten. Het verbaasde mij wel, dat er snel gas verminderd werd en dat wij al zo' snel op hoogte waren. Wat mij verder opviel was, dat toen de ventilator ging werken, hier damp uitkwam. Ik heb nog gekeken maar kon niets abnormaals constateren; mogelijk was dit condensatie.
2.Vraag :
Antwoord :
Wat is er verder gebeurd ?
Hierna kwam de speech van de captain. "U zult Biak zien en dan Amsterdam". Ik had het gevoel dat wij steeds aan het stijgen waren. Vlak na de speech gebeurde het. Ik had het gevoel dat iets met de linkervleugel werd geraakt. Vlak daarop gebeurde de klap. Na de klap werd de zee geraakt met de linkervleugel. Het vliegtuig sloeg aan splinters, een steekvlam en daarna lag ik in zee. Ik heb niet begrepen waarom we Biak weer moesten zien.
3.Vraag :
Antwoord :
Waar zat U in het vliegtuig ?
Ik zat aan de linkerkant.
4.Vraag :
Antwoord :
Had U enig idee of het vliegtuig recht lag of in een bocht?
Ik voelde niets en had geen idee van hoogte, ik kan niet zeggen of we op een ½ meter of op 300 meter vlogen. Ik had het idee dat de staart afgebroken was. Toen de zaak in de poeier ging, sneed de riem in mijn buik. Ik zat knel, maar ben toch los gekomen.

Opmerking:

Zoontje van de heer Wagenaar voelde het vliegtuig hevig trillen voor het in het water terecht kwam.

 

12. Vraaggesprek met de heer Wagenaar gevoerd op 28 juli 1957 te Hollandia, door de heren A.W. Fournier, J. C. Smits en C.A. Bruynesteyn.

1.Vraag :
Antwoord :
Waar zat U en wie zaten in Uw naaste omgeving ?
Ik zelf zat op plaats 17A, mijn vrouw plaats 17C en mijn zoon Henk op 17D. De familie Leiker zat op rij 16, maar dat heb ik pas later vernomen. Ik zelf heb meer gevlogen, op Soesterberg als waarnemer (meer dan 200 vlieguren). Ben tijdens de oorlog bij Fokker geweest ( tekenkamer en wetenschappelijke afdeling). Ik heb mijn MTS-diploma (Vliegtuigbouwkunde, avondcursus).
2.Vraag :
Antwoord :
Was het "seat belt" sign nog aan bij de botsing?
Vlak voor de botsing was het "seat belt" sign nog aan, want er staat me bij, dat ik mijn zoon Henkie nog gevraagd heb: "Heb je je belt nog aan?". Henkie heeft bevestigend geantwoord en ik had zelf mijn riem nog vast.
3.Vraag :
Antwoord :
Waren er passagiers of bemanningsleden die stonden of hun belts reeds losgemaakt hadden ?
Dat heb ik niet gezien, of er passagiers naar de stuurhut zijn gegaan. De steward liep met eau de cologne rond.
4.Vraag :
Antwoord :
Was het licht in de cabine nog aan bij de botsing ?
Ja.
5.Vraag :
Antwoord :
Brandden de navigatielichten?
Ik heb ze in de start gezien, maar er daarna geen aandacht aan geschonken.
6.Vraag :
Antwoord :
Verzoeke omschrijven "droog brekend" geluid, was dit metaalachtig of van brekend hout, uit welke richting kwam het ?
Ik had de indruk, dat we ergens tegenaan botsten met de linkervleugel. Het was een droog metalen geluid, niet "knap", alsof een aluminium doos met meerdere segmenten gebroken wordt. De schok was niet zo sterk dat ik in mijn riem werd gedrukt, maar alsof een spatbord van een auto werd gescheurd. Vanaf dat ogenblik wist ik, dat ik ging sterven, en mijn indrukken daarna zijn nihil. Ik wist, dat het een fatale beschadiging van de kist was en dat ik ging sterven, Daarna kwam de totale vernietiging. De klap en de crash waren twee duidelijk te onderscheiden gebeurtenissen, die vlak na elkaar plaats vonden, ongeveer een seconde.
7.Vraag :
Antwoord :
Bemerkte U na dat geluid een standverandering van het vliegtuig, welke ?
Eerst kwam de klap, daarna de crash, maar ik kan niet positief zeggen of we links of rechts zijn weggevallen.
8.Vraag :
Antwoord :
Waar, wanneer en vanwaar zag U een steekvlam op U afkomen, vóór of na de botsing ?
Ik heb een steekvlam gezien na de crash, ik weet niet waar die vandaan kwam, maar die is langs mij heengegaan. Ik was nog niet in het water en zat bekneld met mijn buik tussen twee platte dingen, plat als een sandwich, en ben er achteruit tussenuit gekropen, want ik had het idee: "neen, niet verbranden, dat wil ik niet".
9.Vraag :
Antwoord :
Hebt U het gordijn open gehad direct na de start of na aankondiging van de captain dat over Biak gevlogen zou worden ?
Ik heb uit het raam gekeken tijdens de start, went ik heb de lampjes (blauwe) schuin onder het vliegtuig zien verdwijnen.
10.Vraag :
Antwoord :
Was er buiten aan het vliegtuig iets bijzonders waar te nemen ?
Niets bijzonders gezien,
11.Vraag :
Antwoord :
Liepen de motoren regelmatig ?
Ik had het idee dat er met de synchronisatie werd geknoeid omdat ik de vlam langer en korter zag worden. De motoren liepen normaal, geen klappen gehoord.
12.Vraag :
Antwoord :
Hebt U markante verandering in lengte en kleur waargenomen van de uitlaatvlam ?
Ik zag een blauwe uitlaatvlam van waarschijnlijk motor no. 1, Deze vlam, ongeveer 25 á 30 cm, werd langzaamaan korter, werd daarna ineens lang, daarna korter en opeens weer kort, veranderde niet in kleur maar wel in lengte.
13.Vraag :
Antwoord :
Had U het gevoel, dat vlak voor de botsing vol gas gegeven werd ?
Ik had geen gevoel dat vol gas werd gegeven, Kan me dat niet herinneren, maar weet positief dat ik geen versnellingskrachten heb gevoeld.
14.Vraag :
Antwoord :
Was er tijdens de start of vlak daarna een passagier in de stuurhut ?
Daar weet ik niets van.
15.Vraag :
Antwoord :
Is er iets door de cabine gevlogen?
Daar kan ik geen antwoord op geven, ik kan me er niets van herinneren.
16.Vraag :
Antwoord :
Gevoel van sterk dalen, stijgen of scherpe bocht gehad ? Bent U nog uit Uw stoel gelicht of daarin gedrukt?
Ik heb geen gevoel gehad van sterk dalen of stijgen, Ik heb ook niet het gevoel gehad, dat we een bocht hebben gedraaid, en als we een bocht zouden hebben gedraaid, moet dat een zeer nette bocht zijn geweest. Ik had geen gevoel van stijgen, maar ook geen flauw idee of we laag zaten.
17.Vraag :
Antwoord :
Heeft U enig idee van de duur tussen mededeling captain en crash ?
Vlak na de bekendmaking: "over ca. één minuut zult U de lichtjes zien van Biak en daarna gaan we door naar Amsterdam" kwam de klap. Zó: Amsterdam - klik - beng!! Hier ben ik positief in.
18.Vraag :
Antwoord :
Was het buiten donker ? Heeft U op enig moment het zeeoppervlak gezien?
Het was buiten behoorlijk donker, volkomen donker. Ik heb het zeeoppervlak niet gezien, beslist niet gezien.
19.Vraag :
Antwoord :
Heeft U in de bocht de baanverlichting nog een keer gezien bij de low pass ?
Neen.
20.Vraag :
Antwoord :
Heeft U in de lucht voor de crash nog schokken of trillingen waargenomen ?
Niets bijzonders gemerkt vóór de eerste klap.
21.Vraag :
Antwoord :
Heeft U waargenomen dat de cockpit deur dicht was ?
Niet opgemerkt, ik heb niets van de voorcabine gezien.
22.Vraag :
Antwoord :
Heeft U het eiland Owi nog onder U gezien ?
Neen.
23.Vraag :
Antwoord :
Heeft, u enig idee hoe U uit het vliegtuig bent gekomen ?
Neen, er is een hiaat geweest tussen de crash en het ogenblik dat ik mij terugvond 30 á 40 m in een vuurzee. Ik zag een afgeknotte kegel, een hel verlicht stuk wrak van aluminium, dat verlicht werd en verdween en in het donker nog een stuk wrak. Ik had het idee: "weg, vrij zwemmen van het vuur". Het vuur verminderde snel, binnen een paar minuten bevond ik mij in een vrij safe positie.
Ik had het idee dat ik vrouw en kind verloren had. Heb kleren en schoenen uitgetrokken in het water, Ik kon niets drijvende vinden om mij aan vast te klampen. Was overtuigd dat mij niets mankeerde. Ik hoorde mijn vrouw roepen, zij dreef op 2 rubber kussentjes zonder overtrek. Ben weggezwommen en heb een stoel gehaald. Mijn vrouw zei nog: "Henkie is ook hier" Die had geen hulp nodig, We kregen een rubber boot in de gaten, er zaten kinderen in. Mijn vrouw raakte verward in de touwen, er dreigde een ogenblik paniek, maar zij kon loskomen. Henkie waarschuwde: "Hij zinkt" en wij zijn vrijwillig weggegaan.
Toen besloot ik naar land te zwemmen, dat ik toen pas in de gaten kreeg. De prauwen hadden niet veel later moeten komen. Wij hebben de Papoea's moeten smeken ons mee te nemen. Zij lieten De Rijke en zijn vrouw drijven.

Opmerking:

Geconstateerd werd, dat op de brandwonden, die de heer Wagenaar had opgelopen, de huidharen nog aanwezig waren en niet waren geschroeid.

 

13. Verklaring van mevrouw A. Wagenaar, afgelegd op 16 juli 1957 te Biak tegenover overste J.L. den Hollander en J.C. Smits.

Direct na de start werd gezegd over de intercom dat we nog even terug naar Biak gingen, daarna door naar Amsterdam - direct hierna het gevoel dat een linker bocht gemaakt werd.

Direct hierop begon het vliegtuig enorm te trillen, dwarstrilling.

Meteen daarop zaten we in de vlammen; direct daarna de riemen losgemaakt ook van mijn zoontje en zijn door gat op de plaats aangegeven in de tekening naar buiten gesprongen. Ik had de indruk, dat ik direct in het water was.

Het gat was naast mij, ik moest nog een paar passen naar links doen met mijn zoontje bij de hand. Toen ik boven kwam, kwam ik tegen een voorwerp aan, waaraan ik mij heb afgeduwd, daarna kwam ik aan de oppervlakte tussen stukken schuimrubber en stoelen, vlak daarna kwamen hoofden boven en riep ik om mijn man, die direct antwoordde. Het vuur was om ons heen, alleen allerlei viezigheid. doch geen vlammen. Onmiddellijk na de trilling kwamen van links stukken vuur over ons heen in de schoot, tegen de benen aan kwamen stukken vuur, daarna banden losgemaakt en gesprongen.

Op dat moment was er een ontzettend gegil en geschreeuw, Mijn zoontje zei, dat wij met het vliegtuiggedeelte helemaal over de kop zijn gegaan omdat hij in zijn riem heeft gehangen met het hoofd naar beneden.

Op het moment van de trilling, dacht ik: daar gaan wij.

Er dreef een lekke rubberboot in onze buurt. Wij schreeuwden naar de prauwen, die we zagen omdat er een lichtje was dat bewoog.

 

14 Gesprek met Mevrouw WAGENAAR in het ziekenhuis Ifar te Hollandia op 6 augustus 1957. Aanwezig waren de heren W.P. Hamers en J.C. Smits.

De verklaringen van Mevrouw Wagenaar zijn gelijk aan de reeds eerder afgelegde.
De vragenlijst van 28 vragen kon i. v. m. het aflopen van het spreekuur niet worden afgewerkt. Mevrouw Wagenaar ligt op dezelfde kamer als mevrouw De Rijke.
Mevrouw Wagenaar verklaarde bovendien:
"De stewards deden erg zenuwachtig, overal werd eau de cologne gesprenkeld, niet alleen op de zakdoeken, maar ook over de kleren en over de handbagage.
Het toestel was toen nog op de grond.
Een van de stewards bracht kranten en tijdschriften rond, dat was na de start.

Dr. Leiker heeft nog een krantje genomen.

Bij de annonce over de intercom was de steward nog kranten aan het rondbrengen en toen kwam de klap. Bij mijn benen schoot vuur tevoorschijn, ik heb de indruk dat het echt vuur was. Henkie zat naast mij, het waren echte vlammen. Daarna heb ik de riemen van Henkie en van mezelf los gemaakt en zijn door het gat naar buiten gestapt. Ik kon geen breuk zien en er waren geen vleugels. Overal was vuur.
Het voorste gedeelte van de romp stond definitief recht op en ook de staart dreef nog. Het verdere gedeelte kent U al uit mijn eerste verklaring."



Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina