Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



Strategie voor de onvermijdelijke zelfstandigheid van West-Papoea

naar vorige pagina

door Kees Lagerberg  voorjaar 2001

Omdat ik geen Papoea ben, kan ik alleen maar schrijven als Nederlander. En in de kwestie-Nieuw-Guinea is dat moeilijk, want het is geen zaak om trots op te zijn. Het wordt er niet beter op als je daar een aantal jaren verantwoordelijkheid hebt gedragen.
De ontwikkeling van Nieuw-Guinea, Irian Barat, Irian Jaya, West-Papoea begint pas goed na de souvereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië in 1949. Dat pleit niet voor het bestuur in Batavia en ook niet voor het bestuur in Den Haag. En zelfs toen werd Nieuw-Guinea nog gezien als een mogelijk gastland voor indische Nederlanders, die een tweede vaderland zochten. Het ontwikkelingsbudget was bescheiden en de ontwikkelingsfilosofie ging er vanuit dat er een geleidelijke (agrarische) lijn moest worden gevolgd, waarbij stilzwijgend werd aangenomen dat er tijd genoeg was. Wel werd het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea als hoofddoel gesteld. Elke doelstelling mislukte: de Indische Nederlanders pasten niet in het land, voor de geleidelijke agrarische ontwikkeling was geen tijd en de politieke bewustmaking werd te laat ingezet, zodat de Papoea's onvoldoende voor zichzelf konden opkomen, toen Nieuw Guinea even een factor werd op het politieke wereldtoneel. Papoea-voorlieden werden daarbij gemanipuleerd als pionnen. Nicolaas Jouwe voor Nederland, Frits Kirihio voor Indonesië; Marcus Kaisiëpo aan de ene kant, Frits Kirihio aan de andere, Willem Zongganao en Clemens Runawery niet naar de VN in New York, maar vastgehouden op het eiland Manus en zo valt er nog het een en ander te melden. En dus werd de New York Agreement gesloten zonder inbreng van Papoea's en wel onder het motto, dat ze te onontwikkeld waren voor een eigen stem. De Kennedy's in de VS hadden andere belangen te verdedigen en Nederland was tenslotte een koloniale mogendheid. Tot zover leek het voor de Papoea's een onontkoombaar noodlot. Of zou het mogelijk zijn dat in 1969 bij het peilen van de volksmening (een concessie aan de Nederlanders, die toch nog koppig vasthielden aan het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's) anders lopen? We weten de uitkomst: ondanks overstelpende bewijzen van Papoea-kant, dat aansluiting bij Indonesië werd afgewezen, manipuleerde Indonesië met gedoogsteun van de VN en Nederland de Act of Free Choice van 1969 zo dat algehele instemming voor aansluiting bij Indonesië werd verkregen. En weer stond de Papoea buitenspel. De gedoogsteun werd verleend omdat men hoopte dat Indonesië voor de Papoea ontwikkeling zou brengen. Niets was minder waar. Na de volkspeiling was het hek van de dam. De mensenrechten werden zozeer geschonden, dat het indonesische bewind elk recht op gezag verspeeld heeft.

De huidige president Wahid tracht een aanvaardbaar bestuur te voeren, maar slaagt daar tot op heden niet in. De voortgaande onderdrukking is evident; maar tegengeweld is contraproductief, dus is de Papoea aangewezen op overleg. Biedt dat kansen? Moet aan dat overleg misschien een snufje sabotage worden toegevoegd? Dat lijkt niet noodzakelijk, omdat er na 37 jaar bezetting (er is geen ander woord voor) tegenkrachten in werking treden, die de zelfstandigheid van West-Papoea onvermijdelijk maken, ook al wenst men dat in de internationale wereld nog niet in te zien. En in Nederland al helemaal niet.

Uitzinnige bevolking met Papua-vlag voor het verbod

Bij de vlaghijsing van 1 december 1999 zag ik twee opmerkelijke dingen, die nauwelijks werden gepubliceerd. De buitenwereld ging en gaat er van uit dat de Papoea zich schikken zal in een goed en rechtvaardig bestuur, als dat welvaart brengt en het tribalisme uitbant. Maar nadere beschouwing leert dat de Papoea onder onverdraaglijk lijden tot eenheid en tot organisatie kwam en door uit doodsnood geboren levenswil de verdrukker radicaal afwijst. Dat is de reden dat men kwam tot het besluit de geschiedenis te herschrijven en het doel van die herschrijving is niet anders dan het verraad van de anderen en met name van de indonesische regering aan het licht brengen. De onvermijdelijke conclusie is dan: onafhankelijkheid. Het symbool van die onafhankelijkheid is de vlag, de Morgenster. Voor een Nederlander is die vlag een geuzenvlag; maar een geuzenvlag mag geen bloedvlag worden. Daar ligt de opgave, daarvoor is een strategie nodig, die er zo uit kan zien. Eerst de feiten boven tafel; dat is het herschrijven van de geschiedenis. In Nederland houdt dr. Drooglever zich daar in opdracht van minister van Aartsen mee bezig; het is een bronnenstudie van datgene wat zich in de internationale contacten heeft afgespeeld in de periode 1963-1969. Die studie zal niet leiden tot een conclusie, laat staan tot de constatering dat het indonesisch bestuur niet legitiem is. Daarvoor is nodig dat men gaat naar het grondvlak en uit de mond van Papoea's verneemt wat de onderdrukking inhield. Een dergelijke reportage dient gebracht te worden naar moderne bijna-religieuze bewegingen als Amnesty International, Green Peace e.d., die op hun beurt de Verenigde Naties, de Verenigde Staten, de Europese Unie en vooral Nederland confronteren met het verraad van de afzijdigheid tot op vandaag. De Papoea's lobbyen uitstekend, maar het ligt nog te veel op het beperkte politieke vlak zoals het activeren van kleine staten van de Pacific zoals Vanatu en Nauru of in persoonlijke relaties met hooggeplaatste internationale ambtenaren, maar er is geen methodische beïnvloeding van de wereldopinie, die bijv. een multinational als Freeport Mc Moran in het nauw kan drijven. En toch opent zo'n breekijzer meer deuren dan gesprekken met een president, die van goede wil is maar noch de macht heeft om de eenheidsstaat Indonesië een nieuwe vorm te geven, noch het gezag om het gewapende "apparaat" in toom te houden. En toch zijn beide zaken nodig om de Papoea's recht te doen. Druk van buiten zal Indonesië daartoe moeten dwingen en de beste opening is vermoedelijk het aandringen op een nieuwe stemming over de status van West Papoea, die tenminste een vorm van zelfstandigheid moet inhouden, waarbij de Papoea (mede)beslist over de samenstelling van de bevolking en de bestemming van het nationale product, niet omdat die constructie een eindstation zou zijn maar omdat een onwillige bevolking in een ontoegankelijk land niet te regeren valt zonder een eigen gezag, een eigen identiteit. En de beslissende factor is daarbij niet de nog altijd nahinkende factor ontwikkeling, maar de algemene onmiskenbare vrijheidswil, die tot eenheid leidt.

Als Nederlander kan ik onvoldoende invoelen wat Papoea's ervaren, maar het is begrijpelijk dat de ervaringen van de jaren 1950- 1962 de verplichting opleggen zoveel mogelijk te herstellen wat is misgegaan en nog altijd misgaat

Wie meent mij met name over de volksraadpleging, de Pepera of over de schending van de mensenrechten en het optreden van de Indonesiërs inlichtingen te kunnen geven, is van harte welkom. De plaats van ontmoeting valt af te spreken. Als U kosten moet maken worden die in elk geval vergoed.
Het adres is: dr.C.S.I.J.Lagerberg, Kraanven 33, 5175 PE Loon op Zand tel. 0416-362475, e-mail: lagerb-loz@nederland.net
Vertrouwelijkheid verzekerd. En denkelijk de verspreiding ook.

(red: Dr. C.S.I.J. Lagerberg was bestuursambtenaar in voormalig Nederlands Nieuw Guinea en cultureel antropoloog en Indoloog. Hij doet thans onderzoek naar de gang van zaken -en de rol van Nederland hierin- tijdens de overdracht van West Papua aan Indonesië in de periode vanaf 1962 t/m 1969.)

naar vorige pagina


Webmaster: Chris P. van der Klauw