Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina volgende pagina

Irian Jaya op weg naar morgen.

Een speciale aflevering van het infoblad van de Orde der Pater Augustijnen

Nederlandse Analecta O.S.A. pag. 2/5

 

 

Het zilveren jubileum van het bisdom Manokwari-Sorong.
Dienstverlening aan de locale kerk. De onvervangbare rol van de leek.

AUGUSTIJNEN IN IRIAN JAYA

Het was op 22 mei 1894, toen ene pater Cornelius Le Cocq d'Armandville voet aan Irian Jaya'se wal zette in de kampong Sekru bij FakFak. Hij gaf daar godsdienstles en doopte er enige mensen. Na een verblijf van tien dagen vertrok hij weer huiswaarts, naar de Kei- eilanden. Een jaar later komt hij terug in het FakFakse, samen met twee broeders. Hij doopt zesentachtig mensen; dan vaart hij langs de kust verder oostwaarts naar het Mimika-gebied. Daar wordt hij vermoord.

De komst van deze pater wordt algemeen beschouwd als het begin van de Kerk van Irian Jaya.

In 1902 wordt door Rome de Apostolische Prefectuur Nederlandsch Nieuw Guinea opgericht. Daarvóór behoorde Nieuw Guinea tot het Apostolisch Vicariaat Batavia. In 1920 wordt de Prefectuur verheven tot Apostolisch Vicariaat. In 1936 ontstaan de vaste missieposten aan de kust van de Vogelkop: Manokwari, Steenkool (nu Bintuni) en Sorong.

De missieposten in het binnenland, te weten Ayawasi en Senopi, dateren van 1949. De missionarissen in de Vogelkop zijn de Franciscanen (1936) en de Missiezusters van het Kostbaar Bloed uit Tienray (1948).

Op 1 januari 1953 arriveren de eerste Augustijnen in Irian Jaya : de paters Piet van Diepen en Lex Snelting.
De eerste vijf jaar werkten de Augustijnen samen met de Franciscanen in het Apostolisch Vicariaat Hollandia.
Bij decreet van 19 december 1959 werd door Paus Johannes XXIII de Apostolische Prefectuur Manokwari opgericht en toevertrouwd aan de Augustijnen; Piet van Diepen wordt op 12 februari 1960 benoemd tot Prefect.

Installatie van P.van Diepen

Installatie van P.van Diepen tot Apostolisch Prefect van Manokwari, mei 1960. V.l.n.r.: Hauser, Rijven, Noords, Snelting, v.d.Grinten, mgr.R. Staverman OFM, Van Diepen, v.d. Kraan, Hoogveld (provinciaal), N. Louter OFM, Hulshoff, Van Baarssen, Bruins.

Paus Paulus VI verhief bij decreet van 15 november 1966 de prefectuur tot bisdom. In 1975 verhuisde de zetel van Manokwari naar Sorong. Er kan niet gezegd worden, dat de Augustijnen opvielen door ongewone initiatieven of originele methoden. Zij hielden zich bezig met het gewone missionarissenwerk, zoals dat overal elders gebeurde. De enige eigen karaktertrek van hun werk was, dat daardoor een plaatselijke kerk werd gesticht: het bisdom Manokwari. Augustijnen gaven vorm aan dat begin en zijn verantwoordelijk voor wat er uit deze aanzet is gegroeid.

Bisdom Manokwari-Sorong

De leken

AUGUSTIJNEN IN IRIAN JAYA

1952- P. van Diepen
1952-1962 W. Snelting
1953-1971 C. van Beurden
1953-1965 C. van Baarssen
1955- J. Hulshoff
1955- B. Noords
1956- M. van der Kraan
1957-1967 W. Rijven
1958-1968 J. Hauser
1958-1977 H. van der Grinten
1959-1966 P. Bruins
1961- S. Jonkergouw
1962-1974 F. Sleegers
1962-1965 Gabino Peral (Spanje)
1962-1967 Andrés González Nifio (Spanje)
1964-1974 W. Crone
1964-1969 Francisco Codesal (Spanje)
1965-1978 A. van Meegeren
1967- J. Frank
1969- A. Neijzen *
1969-1972 H. Schoorl
1969- J. van Dril
1970- P. Tuyp
1970- P. Giesen
1970- A. Tromp
1985- Augustinus Safuf
1985- Paulus Trorba

logo Orde Augustijnen

ORDO SANTO AUGUSTINUS
REGI0 IRIAN JAYA
KOTAK POS 83
SORONG - IRIAN JAVA
Indonesia

Op Pinksteren 1985 werd het zilveren jubileum van het bisdom Manokwari-Sorong gevierd. In een bisschoppelijke brief/preek bij gelegenheid van dat jubileum stelde bisschop Van Diepen de vraag, waar het bisdom vandaan komt.
Zijn antwoord was, dat deze locale kerk is ontstaan, omdat leerlingen geloofden in de levende Jesus, de leerlingen namelijk die de kusten bezochten van het gebied van FakFak om het evangelie te brengen aan mensen in de kampongs; eenvoudige leerlingen die de rivieren op gingen in de Golf van Bintuni om de blijde boodschap te brengen; gewone mensen die het binnenland van de Karoon en de Aifat introkken om te verkondigen dat Jesus leeft. "Katechisten noemden we hen, of guru agama (dat is gods dienstonderwijzer), leken die overal groepjes van gelovigen vormden en begeleidden. Dank zij hen is er een locale kerk, die wij het bisdom Manokwari-Sorong noemen." In een ander document benadrukt de bisschop de rol van de leken in de kleine christelijke gemeenschappen; een katechist met nauwelijks enige opleiding, een leraar, het ongeschoolde dorpshoofd, vaak nog heiden omdat hij twee of meer vrouwen had.
Deze "bedienaren" hebben op het grondvlak veel werk verzet, dat niet gedaan had kunnen worden door een buitenlandse missionaris. En zij stichtten ook het dorp waar een school gebouwd kon worden, door de families daar bijeen te brengen vanuit hun veraf gelegen tuinen. Zij hielden de gemeenschap bij elkaar ondanks de verstrooiende krachten die er altijd schijnen te zijn, en brachten vrede tot stand in geval van ruzie en onenigheid.
Deze korte beschrijving van de aanzet maakt duidelijk dat de pastorale zorg niet zozeer een bediening van sacramenten is, maar eerder een zaak van leiderschap. En dat blijft het!

Deze leken zijn de organisatoren en bezielers van de christelijke gemeenschappen en de bewerkers van vrede en eenheid onder hen. Omdat zij van dezelfde stam zijn, staan zij wat leiderschap betreft bij niemand ten achter.

Diakon keuskupan

Eenvoudige leerlingen, gewone mensen, nauwelijks opgeleid, ongeschoold: dat zijn de termen die in het voorgaande opvallen.
Het is mede om die reden, dat in 1969 de vier bisdommen van Irian Jaya een theologisch instituut hebben geopend voor de vorming van pastorale werkers : de Sekolah Tinggi Teologi Katolik (S.T.T.K.).
Er wordt niet vereist, dat de studenten priester worden, al hoopten de bisschoppen vanaf het begin dat de Hogeschool de eerste stap naar priesterschap zou betekenen voor een aantal van hen. Maar andere doelstellingen zijn even welkom : leken-diaken, gewijde diaken, gehuwd of celibatair.
De Kerk van Irian Jaya is nog maar jong en daarom vragen de bisschoppen de studenten niet graag om op betrekkelijk jonge leeftijd al een onherroepelijke keuze te maken ten aanzien van hun toekomstige levensstaat. Zij zien liever dat zo'n besluit wordt genomen op echt volwassen leeftijd, bijvoorbeeld wanneer de studenten als pastorale werkers in de wereld staan en in de samenleving waarbinnen zij zullen moeten werken. Dit is des te meer aan te bevelen om zoveel mogelijk valse ideeën en idealen over het priesterschap uit de weg te gaan, ontleend aan het priesterbeeld dat buitenlandse missionarissen oproepen. In menig opzicht zal dat buitenlands beeld nooit eigenlands worden !
Pastorale werkers (diakon keuskupan = pastorale werker in dienst van het bisdom) staan niet onder, maar naast de priesters en opereren met hen als één team. Zij zijn beroepskrachten met een sterk gevoel van verbondenheid met de plaatselijke kerk enerzijds, anderzijds strevend naar collegialiteit en broederschap, zowel onderling alsook met de priesters.

Deze twee kostbare verworvenheden van verbondenheid en broederschap, die de pastorale werkers hebben opgedaan uit hun leven en hun werk, worden bevorderd door doelgericht alle vormen van discriminatie tussen wel- en niet- priesters te vermijden, onder andere door aan beide groepen zoveel mogelijk dezelfde taken toe te vertrouwen. Pastorale werkers worden evengoed in de Raad van het Bisdom als volledig lid benoemd als priesters.
Op plaatselijk vlak maken zij op gelijke voet deel uit van het pastorale team, samen met de priesters. Kortom, de indruk wordt vermeden, dat zij maar tweedehands - pastores zouden zijn, of alleen maar assistenten van de priesters.

PASTORAAL PERSONEEL BISDOM MANOKWARI-SORONG 1960-1985

De lector tijdens de afsluitende eucharistie-viering te Sorong, aan het einde van de negende Musyawarah Umum, de Algemene Vergadering van het bisdom.

Levensparaplu

Al enkele jaren is er onder de pastorale werkers sprake van het oprichten van een "payung hidup", een levens paraplu, een onderlinge band die is gebaseerd op een gemeenschappelijke spiritualiteit, een geestelijk thuis dat hen verbonden houdt. Dit gevoel van erbij te horen gaat dieper dan de saamhorigheid die reeds onder hen ontstaan is door hun gemeenschappelijk beroep. Waaraan zij denken is een broederschap, mutatis mutandis te vergelijken met wat augustijnen voor elkaar betekenen. Zij zeggen, dat wat hun voor de geest staat herkenbaar is in de groep van augustijnen die in het bisdom werken. Wat zij vooral waarderen, is dat zij door de augustijnen volledig worden geaccepteerd als een groep van broeders op voet van gelijkheid. Dat wordt zichtbaar in de wederzijdse vertrouwelijkheid waardoor de dagelijkse omgang tussen de twee groepen wordt gekenmerkt. Deze blijvende gunstige ervaring heeft hen ertoe gebracht om hun vertrouwen te stellen in de groep augustijnen en zij hebben de augustijnen gevraagd hen te helpen bij het opzetten van hun "payung hidup".

Mgr.P.van Diepen en Erik Rumlus, voorzitter van de Musyawarah Umum.

Mgr.P.van Diepen en Erik Rumlus, voorzitter van de Musyawarah Umum.

Blijkbaar zoeken zij naar geborgenheid en doelgerichtheid als groep. Zij hebben de augustijnen nodig om hun eigen identiteit te vinden en zo zichzelf te worden. Intussen hebben de pastorale werkers hun eigen diocesane vereniging opgericht. Het statuut ademt een geest van kameraadschap, broederlijkheid en gemeenschap. Zij willen verantwoordelijk zijn voor elkaars geestelijk en tijdelijk wel zijn en hebben gezegd elkaar niet te zullen laten vallen in tijden van nood.

Priesters

Leken, beroepsmatig pastoraal werkend! Maar de priesters dan, de augustijnen met name? Komen er met name Indonesische augustijnen, ja of neen? Vele jaren is er nauwelijks gesproken over het al of niet vestigen van de Orde in Indonesië. En als het al ter sprake kwam, was de opinio communis, dat het niet opportuun was om eigenlanders in de Orde op te nemen. Het bisdom Manokwari-Sorong is zo'n 95.000 vierkante kilometer groot, maar er wonen maar 25.000 mensen, waarvan tien procent katholiek is. De augustijnse groep zou toch altijd maar heel klein blijven. En met geen andere medebroeders in de buurt dan alleen de veraf gelegen Provincie van Australië en de nog verder weg gelegen Provincie van de Filippijnen, zou de kleine Indonesische Provincie een ,eenzaam bestaan leiden, nauwelijks een realistische onderneming. De isolering zou nog te sterker worden gevoeld, omdat de Indonesische taal hen zou uitsluiten van de grote taalstromen van de internationale communicatie binnen de Orde. Het werd anders, toen enige jaren terug twee jonge mensen hebben gevraagd om tot de Orde te mogen toetreden. Dit nieuwe verschijnsel kon door de Orde niet gemakkelijk terzijde worden geschoven als niet-opportuun, maar moest de vereiste aandacht krijgen; het alternatief zou geweest zijn hen "wereldheer" te laten worden. Daarover is bisschop Van Diepen heel duidelijk. Wij constateren, zei hij eens, dat in verschillende bisdommen van Indonesië geruime tijd alleen religieuzen tot priester werden gewijd. Een heel zinnige gedragslijn, vindt de bisschop. Het verraadt geen onevenredig eigen belang van de Orde, maar is eerder een bewijs van een goed uitgewogen aanvoelen van het echte belang van het bisdom. De eerste generatie priesters van het bisdom lopen het risico van een eenzaam leven. Het celibaat is vreemd aan de aarde-gerichte en ongekunstelde manier van denken in een kosmologische cultuur als die van Irian Jaya, waar nageslacht hebben de sterkste drijfveer is. Daarom is het voor jonge eigenlandse priesters van kapitaal belang, dat zij welke band dan ook vinden die hen kan helpen om overeind te blijven. De bisschop meent, dat een religieuze orde bij uitstek in staat is om zo'n band te geven. Daarom kan gesteld worden, dat de toekomst van het bisdom Manokwari- Sorong zeer nauw verweven is met de toekomst van de Orde in Indonesië, met name ook in Irian.

Toekomst

Sorong, 11 nov. 1985. Inkleding in de Augustijnenorde

Sorong, 11 nov. 1985. Inkleding in de Augustijnenorde van Paulus Trorba, voorste rij derde van links. Verder op deze rij, van links: Agus Safuf, Piet Giesen en Ton Tromp.

De vraag naar de toekomst van de augustijnen in Indonesië is al ten dele beantwoord door de bisschop. Zijn antwoord weerspiegelt de belangen van de plaatselijke kerk. De augustijnen hebben zich met deze locale kerk geëngageerd. Zij gaven vorm aan het begin en zijn verantwoordelijk voor wat er uit deze aanzet is gegroeid. Al wat er werd bereikt, draagt het stempel van hun gemeenschappelijk inzicht en initiatief; een schat van ervaring en kennis met betrekking tot land en volk is gelegen in deze groep, waar voor de toekomst uit kan worden geput. Je kunt je niet indenken, wie hen op adequate wijze zou kunnen vervangen in hun dienstverlening aan de locale kerk op eenzelfde manier als de augustijnen gedaan hebben en ook in de toekomst zullen kunnen doen. Daarom is het niet overdreven te stellen, dat de toekomst van de Orde in Indonesië ook de toekomst is van de locale kerk.

* Monique Neyzen meldde mij op 2 juni 2013 dat haar oom al in 1959 naar Nederlands Nieuw-Guinea is gegaan. "Hallo wat leuk dat er info over de augustijnen in Papua op de site staat! Ik mis bij de opsomming wel mijn oom Arnold (Nol) Neijzen, die in de jaren '50 naar papua is gegaan En er als een van de weinigen er nog steeds zit , samen met Ton Tromp. Hij is nu met verlof in NL maar gaat binnenkort weer naar papua terug."
"P.S. ik weet eigenlijk wel zeker dat hij in 1959 naar Papua is gegaan, Nol Neijzen (Arnold). Ik weet dat hij er al meer dan 50 jaar zit.
Ik kwam een lijstje tegen: eerst 2 jaar in Sorong gezeten, toen 2 jaar Ayawasi, toen 1 jaar Bintuni, toen 3 jaar Merdei/Fak fak, toen 7 jr Fak fak, toen 6jaar Manokwari, toen 5 jaar Fak fak, toen 12 jaar Bintuni, toen 7 a 8jaar Kaimana, daarna Sorong (eerst internaat, toen Ruma Bina). Hij zit nu in nog in Sorong. De precies werkzaamheden zou ik hem moeten vragen als hij hier is."

naar vorige pagina volgende pagina