|
Het zwarte schaap heeft plotsklaps grijze broertjes
Analyse en reactie.

uit de Haagsche Courant zaterdag 7 augustus 1999
 |
DOOR ONZE CORRESPONDENT THEO HAERKENS
Het onafhankelijkheidsstreven van Atjeh aan de uiterst
noordwestelijke punt van Indonesië lijkt de laatste maanden flink
gegroeid.
Deels is dat ingegeven door de ontwikkelingen rond Oost-Timor, de
voormalige Portugese kolonie die in 1975 door het Indonesische leger
werd binnengevallen en een jaar later werd ingelijfd. De
Qost-Timorezen mogen eind deze maand kiezen voor onafhankelijkheid
of meer autonomie binnen het Indonesische staatsbestel.
Bij het aanbod aan Oost-Timor om desnoods zijn eigen weg te gaan
heeft president Habibie steeds sterk benadrukt dat de zaak van de
meest zuidoostelijke provincie niet te vergelijken is met andere
delen van het land waar separatisten actief zijn. Oost-Timor was
namelijk nooit onderdeel van het voormalig Nederlands-Indië en heeft
een heel andere geschiedenis dan Atjeh of Irian Jaya.
Molukken
De Molukken vormen weer een ander verhaal. De problemen op Ambon en
de andere eilanden in de provincie zijn enorm. Honderden mensen zijn
dit jaar bij etnisch-religieus geweld omgekomen, tienduizenden
sloegen op de vlucht. Maar streven naar onafhankelijkheid doet de
bevolking niet, in weerwil van wat een aantal Molukse leiders in
Nederland beweert. Ook de nieuwe golf van militair geweld heeft het
separatisme in Atjeh een nieuwe impuls gegeven. Tot twee keer toe
bood president Habibie excuses aan voor de misdaden onder het bewind
van zijn voorganger Soeharto.
Er zou onderzoek komen naar de misdaden die volgens
mensenrechtenorganisaties in de jaren negentig minstens 2000 mensen
het leven hebben gekost
Het leger verloor zijn speciale bevoegdheden in de regio en werd
deels teruggetrokken. Het keerde vrijwel meteen op zijn schreden
terug om ordeproblemen op te lossen. Erg succesvol zijn de
militairen daarin overigens niet: het aantal doden is de laatste
maanden fors gestegen en duizenden mensen zijn hun dorpen ontvlucht.
Nadruk
Het zwarte schaap Oost-Timor, zo anders dan de rest van Indonesië,
heeft plotseling twee grijze broertjes. De Atjeeërs hebben de
afgelopen tijd goed opgelet en leggen ineens sterk de nadruk op hun
'anders-zijn'. De demonstranten die deze week de toegangssluis
bezetten in het vier meter hoge hekwerk dat de
|
|
Nederlandse ambassade in Jakarta omringt, betogen dat deze sterk
islamitische en opstandige provincie feitelijk nooit bij
Indonesiëheeft gehoord. Zij vinden dat de Atjeh-oorlog die in 1873
onder het Nederlandse koloniale bestuur begon en leidde tot bloedige
militaire campagnes, nooit is afgesloten.
Actievoerders menen dat Atjeh daarmee de onafhankelijkheid
terugkrijgt die het had voordat de oorlog met de Nederlandse
koloniale macht begon. Of deze redenering historisch en juridisch
steek houdt, valt te bezien. Ze maakt wel duidelijk dat het de
Atjeeërs ernst is in hun streven zich los te maken van Indonesië of
in elk geval hun situatie te verbeteren.
Ook in Irian Jaya, het westelijk deel van Nieuw-Guinea. wordt langs
deze lijn geredeneerd Irian Jaya is pas vrij laat deel gaan uitmaken
van Indonesië. Tot 1962 trachtte Nederland het gebied - toen nog
Nederlands Nieuw-Guinea — ondanks grote internationale druk vast te
houden. Uiteindelijk werd door middel van een referendum besloten
tot aansluiting bij Indonesië. Over de kwaliteit van dat referendum
is weer veel te doen. De Papoea's benadrukken dat van vrijheid geen
sprake was. De bevolking werd immers grotendeels buiten de
opiniepeiling gehouden. Slechts de stamhoofden - 1025 in getal-
mochten een stem uitbrengen omdat de rest van de bevolking daarvoor
nog te onontwikkeld werd geacht.
Soekarno, de eerste president van de Indonesische republiek, zette
de betreffende stamoudsten onder zware druk om te kiezen voor
aansluiting bij het eilandenrijk. Van een werkelijk vrije keuze was
geen sprake en daarom mikken de Papoea-leiders alsnog op
onafhankelijkheid voor hun aan delfstoffen rijke gebied. Ook hier
zijn gewapende verzetsgroepen actief. De Nederlandse ambassade raadt
een tripje naar de Baliemvallei nog altijd af.
Bodemschatten
Politieke waarnemers geloven niet dat de separatisten in Atjeh en
Irian Jaya werkelijk kans van slagen hebben. De roep om
onafhankelijkheid wordt vaak uitgelegd als een vertaling van de
onvrede over de oneerlijke verdeling van de bodemschatten. Het olie-
en gasrijke Atjeh ontvangt zelf maar een fractie van de opbrengsten.
Voor Irian Jaya met zijn hout en rijke ertsmijnen geldt hetzelfde.
De rest van het geld vloeit naar Jakarta, waar het deels verdwijnt
in de ruime zakken van de elite. Een eerlijker verdeling van deze
rijkdom en een eind aan het geweld, zou de wens naar
onafhankelijkheid doen verstommen.
|
|
BRIEVEN Nieuw Guinea
De vrijheidsbewegingen van Atjeh en Irian Jaya worden in het artikel
van correspondent Theo Harkens over de vrijheidsbewegingen in Nieuw
Guinea 'grijze broertjes' genoemd in tegenstelling tot het 'zwarte
schaap' Oost-Timor.
Ik zal niet verder ingaan op de zaak van Atjeh, aangezien dat een
zaak is van de Atjehers. "Het zwarte schaap Oost-Timor, zo anders
dan de rest van Indonesië..." Wat maakt de zaak 'Oost-Timor' anders
dan Nieuw Guinea? Volgens de schrijver heeft hij het onderwerp op
grond van historische en juridische feiten geanalyseerd. Onze
vrijheidsstrijd heeft alles te maken met de juridische en
historische leugens van Nederland, Indonesië en de Verenigde Naties.
De Papoea's hebben zich nooit neergelegd bij het resultaat van de
nep-verkiezingen. Het is daarom vreemd dat u tot de conclusie komt
dat de vrijheidsstrijd alleen maar een gevecht is om de verdeling
van de bodemschatten. U reduceert onze vrijheidsstrijd tot een
strijd om materiële zaken, terwijl jarenlang Papoea's zijn gestorven
voor hun ideaal, te leven in vrijheid
|
|
in hun eigen land.
We leven nu eenmaal in een periode waar zogenaamde experts, in dit
geval politieke waarnemers, te pas en te onpas in de media hun
uitspraken kunnen doen. Uw correspondent had deze uitspraken dienen
te toetsen alvorens zijn stuk te publiceren. Hij had nu een kans om
een door de media doodgezwegen volk als de Papoea's het woord te
geven.
Maar hij concludeert als een moderne koloniaal dat Papoea's in
plaats van met spiegeltjes en kralen tevreden zouden moeten zijn met
een groter deel van de opbrengst van de bodemschatten. Het zal
waarschijnlijk in de genen van sommige Nederlanders zitten dat ze
nog steeds op deze wijze redeneren. Denkt u dan trouwens dat
Indonesische veiligheidstroepen minder of geen geweld tegen de
Papoea's zullen gebruiken? Rest mij nog een laatste onjuistheid aan
te stippen. In de kaart wordt de strijd van de Papoea's getypeerd
als een strijd om de mensenrechten, terwijl we in het stuk zelf nog
als vechters voor meer materiële rijkdom worden genoemd. U zegt het
maar.
Simon P. Sapioper
(woordvoerder van de RPG) Den Haag
|
|
|