Morning Star - officële vlag van West Papua

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 




naar vorige pagina

Gaat het Papoevolk ten onder of zijn er nieuwe wegen te vinden?

De lezing van Amapon Jos Frans Marey, 17 april 2002.

Beste familie, vrienden en genodigden,

Vanavond ga ik u vertellen over mijn persoonlijke belevenissen en de gebeurtenissen met mijn geboorteland Papoea.
Ik pluk daaruit maar enige fragmenten uit het totale verhaal. Die fragmenten over de geschiedenis hebben zeer droevige kanten, maar ook leuke. De droevige kanten gaan dan voornamelijk om wat niet in het resultaat van het onderzoek in opdracht van de Nederlandse Parlement volgend jaar zullen worden vermeld. Aan het slot vraag ik u om uw advies en daadwerkelijke steun om reconciliation tussen de Papoea's en Indonesiërs in West Papoea te helpen realiseren.

Mijn verhaal vat ik samen onder de volgende punten:

  1. Ik kwam op een lentedag aan.
  2. Wat is er van Nederlands Nieuw-Guinea, West Papoea, Irian Jaya bekend?
  3. Wij bouwden aan ontwikkelingsland West Papoea voor een eigen toekomst, De Nederlanders en de Papoea's, schouder aan schouder.
  4. Toen kwam de 5e ramp: de New York Agreement 15 augustus 1962.
  5. Op zoek naar nieuwe wegen: Van Odawara in 1962 naar Caux in 2002: Reconciliation voor Papoea's en Indonesiërs.
  6. Slot.

1. Ik kwam op een lentedag aan.

Het was 26 maart 1963's-middags op het vliegveld Mokmer in Biak.
Er heerste enorme spanning in het vertrekshal. De angstzenuwen gierden door mij heen. Ik had problemen met mijn paspoort, terwijl het vliegtuig met draaiende motoren stond. Want de reizen naar het buitenland werden ookmoest reizen.
Ik had dat van tevoren zien aankomen. Die avond tevoren hadden het Hoofd van Plaatselijk Bestuur Arnold Mampioper en ik nog een gesprek met de Resident, deheer Johson, een New Zeelander. Hij kwam op aan, zag mij nog staan. Nog nooit had ik zo hard moeten hollen met mijn enige koffer om een vliegtuig te halen zoals toen.
Wij stegen om half vijf op vanuit een licht met zon overgoten vliegveld Mokmer. Ik keek uit het raam en zag Biakstad snel voorbij schieten.
Wij schoten als het ware de lucht in over de wuivende palmbomen. Vanuit de sprauwen op de koraalzee zwaaiende vissershanden. Flitsend scheren wij even later hoog boven de donkerblauwe golven, die maar steeds kleiner werden. Vaarwel lieve vader Sera Bawa Philip Sasui, vaarwel lieve moeder Mosaba Aanunggui Alexanderina, vaarwel lieve broer Kaleb en mijn allerliefste broertje Clemens.
Vaarwel Biak, vaarwel mijn vaderland ! Wanneer zie ik jullie ooit terug ?
Het was me een ogenblikje teveel. Twee druppels tranen sijpelden langs mijn wangen. Om 10 uur 's-avonds landden wij in Manila, vervolgens Karachi en daarna over het Himalyagebergte richting Europa. Die nacht spookte steeds de beelden van vrienden, familie en het land waar ik de laatste jaren intensief bereisd had door mijn hoofd.
Het was stralend weer op 27 maart 1963 toen ik de trappen van het vliegtuig afdaalde en het stationsgebouw van Schiphol binnenliep.
Na een koude nacht in het DC-8 vliegtuig, geen oog dichtgedaan. Wij werden steeds gemangeld door flinke turbulenties. De zon brak de barre winter van 1962/1963 in Europa. Ook in West Papoea wisten wij dat de zee tot over de pier van Scheveningen bevroren was. Ik moest mijn land ontvluchten om in leven te blijven. De oudere leiders Marcus Kaisiëpo, Nicolaas Jouwe, Philemon Jufuway en de anderen zijn mij voorgegaan. Aangekomen in een heel andere wereld, een vreemd land.
En beseffend dat ik mijn ouders, familie en mijn land nooit meer terug zou zien!

2. Wat is er van bekend?

Gegevens over het politiek bestuur. Het was kennelijk de gewoonte dat iedere vreemdeling die aan de kust van Nieuw-Guinea verscheen zich genoodzaakt acht om aanspraak te maken op dit Melanesische eiland. Dus al die Europese kapiteins zetten een paal neer bij het landen aan een kust of riviermonding en namen zij het in bezit voor hun koning of koningin.
In 1884 kwamen de Britten en de Nederlanders bij elkaar en verdeelden Nieuw-Guinea in tweeën door een lijn op de kaart op de 141e Oosterlengte loodrecht naar beneden te trekken. Het oostelijke deel was Brits en het westelijk Nederlands. De Duitsers kwamen ook, namen het noordelijk deel van Oost Nieuw-Nieuw-Guinea in bezit en noemden het Kaiser Wilhelmsland. Het zuidelijk was Papoea en bleef in handen van de Britten.
Na het vertrek van de Duitsers en de Britten namen de Australiërs het totale oostelijk deel over onder de naam Papua New-Guinea.
In 1943 bezatten de Japanners heel Nieuw-Guinea, behalve het zuidelijk deel rond Merauke. Het Geallieerde Leger onder de leiding van Generaal Douglas Mac Arthur veroverde Nieuw-Guinea en de hele Pacific. De landingen in Hollandia vonden op 22 april 1944 plaats. Pal onder het Dafonsoro gebergte aan de oevers van Sentanimeer had hij zijn hoofdkwartier gevestigd op de heuvels van Ifar en vestige het militair bestuur over de Pacific gedurende de Tweede Wereldoorlog. Onder hem diende John F. Kennedy als marine Officier van een kannonierboot PT-109 op de Salomon eilanden in Oostelijk Nieuw-Guinea. Lyndon B. Johnson diende als kolonel op zijn staf in Hollandia. En Richard Nixon was Luchtmachtofficier in Biak.
Onder Resident Jan van Eechoud vestigde Nederland zich in 1945 weer in Hollandia. Van 1 october 1962 tot 1 mei 1963 nam de Verenigde Naties, the UNITED NATIONS TEMPORARY EXECUTIVE AUTHORITY het bestuur over van Nederland. Vervolgens droeg UNTEA het bestuur over aan Indonesië op 1 mei 1963.

Dit alles vond dus al die jaren plaats zonder dat de bevolking, de Papoea's zelf er ingekend werden !

3. Wij bouwden aan ontwikkelingsland West Papoea voor een eigen toekomst, de Nederlanders en de papoe's schouder aan schouder.

Wij kijken vanavond even terug in de geschiedenis en daarom geef ik u een beeld van de werkomgeving van een Nederlandse en Papoeabestuursambtenaar gedurende het Nederlands bestuur.
Hebt u ooit een bush-bush gezien ?
De oerwouden van West Papoea zijn vaak ondoordringbaar, vol lianen, distels, slangen, muskieten, bloedzuigers, ongedierte en door de hoge bomen erg donker.
Er zijn veel gebieden met uitgestrekte moerassen en gebieden met veel bergen en ravijnen. Als bestuursambtenaar, missionaris, evangelist, verpleger moest je de mensen in hun woonomgeving gaan opzoeken in de veraf gelegen gebieden.
Er waren geen wegen, dus moest moet je een looppad openkappen. Als de nacht je snel overviel, dan sliep je daar op de muffe grond vol stank en gevaar.
Je mag werkelijk blij zijn dat je na een dag zwoegen kan constateren dat je ongeveer 3 km door de bush had afgelegd. De afstanden zijn heel groot.
In de moeras- en mangrovegebieden moest je peddelen met de prauw, wat prettiger is. Maar op welke droge plek aan de oever van de rivier zou je overnachten, zonder dat je opgepeuzeld werd door een krokodil ?
Als je uitgeput en neerplofte in een gehucht, want echte dorpen waren er niet in de afgelegen gebieden, dan bleek dat er geen mensen waren.
Wat voor eten namen we mee onderweg ?
Rijst verpakt in katoenen zakjes, sagokoekjes, kacang hijau (doperwten), een paar blikken corned beef en sardines, een blik koffie en een paar pakjes Cap Warning "Weduwe van Van Nelle".
Onderweg vingen wij wel eens een varken, grote koeskoes (buideldier), vis, garnalen, kreeften en oesters. Wij aten ook vaak zoete aardappelen of papeda en sago bij de bevolking. Wij werkten goed samen met onze collega's en "meerderen", de Nederlandse bestuurs-ambtenaren. Ik noem een paar namen Dr. Vic de Bruijn, Raphaël Den Haan, Jan van Bodegom, Piet Merkelijn, Cees Lagerberg, Jan te Flierhaar, Frits Sollewijn Gelpke, Rolf Gonsalves, Cees Van Dijk, Pim Schoorl, Frans Peters, Carl Schneider ( de schrijver F.Springer) en alle anderen.
De meesten kwamen vaak heel jong naar Nieuw-Guinea, net afgestudeerd aan de universiteit of net getrouwd. Vervolgens plompverloren geplaatst in een district buiten de bewoonde wereld, dus eenzaamheid troef. De vrouwen hadden het nog moeilijker, vooral als er kinderen kwamen. Er waren nergens luiers en kinderkleding te vinden of te koop, en blikken melk voldeed vaak niet. Zij waren dan aangewezen op hun collega Papoeabestuursambtenaar en zijn vrouw. De Papoea bevolking begeep hun situatie en stond met woord en daad terzijde. Soms zijn er fricties, waar niet ? Schelden op elkaar, verwensingen ? Daarna elkaar de hand schudden en verder gaan. Er heerste een open sfeer van de omgang met elkaar, een open discusie. Nooit iets onder banken of stoelen.
Daarom vonden wij Papoeabestuursambtenaren een zwarte bladzijde in ons werk namelijk de moord op collega Ir. Andrias Hilkemijer in een van de afgelegen districten. Onlangs was een t.v. reportage geweest, dat heet "Station Hilkemeijer", waarbij zijn dochter hem ging herbegraven.
Met enorm veel enthousiasme en opoffering werkten wij aan de ontwikkeling van het land en volk van West Papoea. Letterlijk en figuurlijk ! Het was een puur ontwikkelingswerk. Samen met de bevolking, de missionaris, de evangelist, de bezoekende verpleger of dokter werden hele dorpen gebouwd. Met primitieve middelen, alleen bijlen, kapmessen en pikhouwelen legden wij begaanbare wegen door de bush-bush, die door autojeeps werden bereden. Ook aanlegsteigers voor schepen en vliegvelden, die nu nog dienst doen, voor de Chessna-, Twin Otter- en Fokker 27 vliegtuigen.
Zo lieten wij in 12 jaar tijd een goede infrastructuur aan verbindingen achter.
Waarom wij in Nieuw-Guinea dit proces begonnen waren eind jaren 50 ?
De ontwikkeling van de democratie heeft immers te maken met het ontwikkelingspeil van een volk. De Papoea's waren op voldoende niveau. Daarnaast was er ook een goede traditie. Omdat democratie aansloot op de traditionele structuur van overleg van de Papoea's, de Melanesiërs. Men overlegde altijd in stamverband wat men ging doen.
Er was Raad van Ouderen van de gemeenschap geleid door het traditionele stamhoofd. Men besloot samen om handel te bedrijven, gezamenlijk te helpen als iemand een huis ging bouwen of een stuk bos openkappen voor het aanleg van een tuin.
Vroeger werd ook besloten om oorlog te voeren tegen de andere stammen.
De structuur van sociale- en welzijnszorg was er ook. O.a. dat het goed was dat de getrouwde kinderen hun ouders in huis hadden. Die zorgden voor de kinderen als zij naar de tuinen gingen, sago gingen kloppen, of te vissen. Want bij terugkomst voorzagen zij de weduwe met kinderen, of alleenstaande opa of oma in het dorp ook van voedsel.
De Melanesische collectieve sociale controle was ook goed. Er werd gelet op handelen van de indiduele stamleden.
Want mocht er bijvoorbeeld een misdaad gepleegd zijn, dan trof de blaam het hele gemeenschap. De represaillemaatregelen van de benadeelde stam troffen immers de stam van de dader of daadster. Omdat het meestal er een stammenoorlog erop voortvloeide. Deze basis waarden-en normen vormden de adat in Papoea, Salomoneilanden, Vanuatu, New Hebridden en Fiji.
De Streekraden werden ingesteld, globaal, voor de grote regionale afdelingen van het bestuur, de residenties. Door middel van heuse verkiezingen konden de Papoea's de leden kiezen voor de raad.
Eerst trokken de voorlichtingsteams de dorpen in om de mensen voorlichting te geven. Voor de bestuursambtenaren was het ook een zwaar, maar een dankbaar karwei geweest om te organiseren. De kandidaatstellingen, de kieslijsten, de stemkommissie-en stembureau. De mensen konden stemmen op hun kandidaten op de dag van de verkiezingen via one man one vote ! De analfabeten konden de naam van hun kandidaat influisteren bij de voorzitter van het stembureau.
In afdeling Merauke, in het zuiden, kwam Streekraad Anim Ha tot stand.
De Streekraad Meibrat voor de Vogelkop in het westen.
De Streekraad Biak- Numfor voor de eilanden in het noorden.
De Streekraad Japen-Waropen voor het oostelijk gebied van de Geelvinkbaai.
De Streekraad Dafonsoro voor het gebied rond de hoofdstad Hollandia en het grensgebied met Papua New Guinea.
De erg mondige bevolking kreeg daarmee zelf het instrument om daadwerkelijk mee te participiëren in haar opleiding en ontwikkeling. In enige jaren tijd zagen wij vele goede resultaten in al die gebieden.
Op 5 april 1961 opende Staatssecretaris Mr. Theo Bot de eerste zitting van de Nieuw-Guinea Raad, het Papoea Parlement in aanwezigheid van Nederlandse en andere buitenlandse parlementariërs en vertegenwoordigers van verschillende regeringen. Het beleid voor het hele land werd hier bediscusseerd en besloten. Een daarvan was het besluit over het voeren van de Papoeavlag en volkslied, dat bij Koninklijk Besluit van Koningin Juliana op 20 juli 1961 werd vastgesteld.
Nederland was vastbesloten Nieuw-Guinea zover te ontwikkelen en de Papoea's op te leiden zodat zij zelf hun eigen toekomst konden bepalen.
De Nederlandse Regering bracht daarom jaarlijks rapporten uit aan de Verenigde Naties, overeenkomstig de Handvestartikel 73 inzake Niet-Zelfbesturende Gebieden, de Non-Self Governing Territories. Ook Australië deed dat over het oostelijk deel Papoea New Guinea.

4. Toen kwam de 5e ramp: de New York Agreement 15 augustus 1962.

Als een lid van een natuurvolk spreekt van een ramp, die hem en zijn hele land is overkomen dan, denkt hij onmiddellijk aan een natuurramp. Een natuurramp als een aardbeving, een vulkanische uitbarsting of een tsunami (vloedgolf) die hele dorpen vernielt en verwoest en mensenlevens kost. In de beschaafde wereld denken wij gelijk aan een catastrofe van een oorlog. Voor het Papoeavolk is de New York Agreement zodanig catastrofal dat zij spreken van de 5e ramp. Zij waren weer niet betrokken toen er beslist werd over hun lot.
Want in hun ogen waren er vier rampen geweest door:
1. de komst van de Amberi's , dat zijn Indonesiërs, Indiërs en Arabieren;
2. de komst van de Japanners;
3. de komst van de Nederlanders;
4. de komst Amerikanen.

De eersten brachten de pokken mee, waardoor halve tot hele stammen stierven.
De tweede hadden geen eerbied voor mensenlevens.
De derde vernielde de cultuur en sociale structuur en voerde een andere religieuze leven in.
De vierde veroorzakte veel slachtoffers en vernieling van dorpen.

Het conflict om Nieuw-Guinea was begonnen zonder dat de Papoea's zelf erbij waren. Vanaf 1940 werkte de Nederlands Indische regering in Jakarta samen met de Indonesische leiders hard aan het zelfstandig maken van Nederlands Indië.
Er werd een grondwet opgesteld: Undang-Undang Dasar 45.
Daarin werd de staatsvorm van Republik Indonesia Serikat, een federale staat, vermeld. Het grondgebied bestond uit de gebieden van latere Republik Indonesia, Borneo, de Grote Oost. Op de Malino conferentie werd met de afgevaardigden overleg over de staatkundige status van Grote Oost onder de leiding van Gouverneur Generaal Van Mook van 15 tot 25 juli 1946.
Tot Grote Oost werden gerekend de Sunda eilanden, de Molukken, Celebes en Residentie Nieuw-Guinea.
In Nieuw-Guinea was geen (volks-) raad die een vertegenwoordiger aan kon wijzen, dus Resident van Eechoud wees bestuursambtenaar Frans Kaisiëpo aan. Hij was degene die de naam Irian gebruikte tijden de Malinoconferentie in1946. De daarop volgende konferentie vond op 7 december 1946 in Den Pasar Bali.
Er was geen vertegenwoordiging van West Nieuw-Guinea bij uitgenodigd.
Tijdens dit constituerende overleg onder de Gouverneur-Generaal Van Mook werd besloten, ondanks protest, de Residentie West Nieuw-Guinea af te zonderen van de nieuwe Republiek Oost Indonesië.
Op grond van dit besluit en het het feit dat er handelscontacten waren tussen de Sultan van Tidore, en Nieuw-Guinea als residentie deel uitmaakte van Nederlands Indië, had Indonesië er aanspraak op gemaakt.
Daar begon de politieke strijd om het beheer van Nieuw-Guinea tussen Indonesië en Nederland.
Zoals u weet mislukten bij de Ronde Tafel Conferenties de onderhandelingen hierover. Sterker dit werd in de ijskast gestopt tot het volgende conflict over materiële bezittingen, financiële rijkdommen van de Nederlanders in de inmiddels Republik Indonesë.
De Nederlanders en de Indische-Nederlanders werden uit het land gezet en de bezittingen en eigendommen genationaliseerd.
De Tweede Wereldoorlog was al lang afgelopen in Europa.
Maar er speelde zich nog een koude oorlog af. Wie de hegemonie, de zeggenschap zou hebben in de wereld, Rusland of Amerika ? Het conflict om de macht tussen twee machtblokken op internationaal niveau.
President Achmad Soekarno betrok Rusland in zijn strijd om Nieuw-Guinea.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns deed zijn best om Nieuw-Guinea te nationaliseren, maar zijn plan mislukte.
Dr. De Geus, voormalig Minister van Defensie schreef in zijn boek "De Nieuw-Guinea kwestie" het volgende in pagina 213: " Nederlande politici weten niet goed raad met denken in termen van macht en met pressie, steunend op – en voortvloeiend uit- militaire kracht. " Rusland ging wapens en duikboten aan Indonesië leveren na het bezoek van de minister van Defensie van Indonesië Abdel Haris Nasution aan Moskow in begin januari 1961. Indonesië bouwde aan het bevrijdingsleger de Trikora van ongeveer 2 miljoen militairen. Nederland stuurde het vliegdekschip Karel Doorman naar Nieuw-Guinea, als vlagvertoon. Indonesië verbrak daarop de diplomatieke betrekkingen met Nederland. Minister Luns had een onderhoud daarover met president John F. Kennedy op 10 april 1961. Kennedy zei tegen Luns dat "de Nederlandse verplichting ten aanzien van de Papoea's vergelijkbaar was met de die van de Verenigde Staten tegenover de Berlijners. Een mens is een mens, maar in Berlijn ging het om 2 ˝ miljoen inwoners, die zeer goed wisten wat er op het spel stond en wat ze wilden, terwijl het in Nieuw-Guinea om enige honderduizenden mensen ging, soms nog in het stenen tijdperk, die zich nog moeten ontwikkelen."
De angst voor een confrontatie tussen de twee grootmachten in de Indische Oceaan was reëel aanwezig. De president liet later zijn ambassadeur Ellsworth Bunker een plan uitwerken ter oplossing van het conflict, met het uiteindelijke doel Nieuw-Guinea aan Indonesië over te dragen.
Zo kwam na onderhandelen uiteindelijk de New York Agreement tot stand.

* Wat stond er in de New York Agreement ?
Ik zal in mijn eigen woorden de relevante hoofdstukken als volgt kort samenvatten.
1. Na de ondertekening van de overeenkomst wordt de Secretaris Generaal gemachtigd om de overeenkomst uit te voeren.
2. Het bestuur over Westelijk Nieuw-Guinea (West Irian) wordt overgedragen aan de UNTEA, United Nations Temporary Executive Authority. Dit gebeurde op 1 october 1962.
3. Vervolgens draagt UNTEA het bestuur over aan Indonesië. Dit gebeurde op 1 mei 1963.
4. Daarna zullen Indonesië en de VN voorbereidingen treffen voor uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking.
5. Indonesië nodigt de Secretaris Generaal uit om een deskundige staf te sturen ter assistentie van de uitvoering van de uitoefening van de vrije keuze.
6. Indonesië treft, met bijstand en bemoeiing van de Vertegenwoordiger van de Verenigde Naties en zijn staf, regelingen om aan de bevolking van het gebied de gelegenheid te geven hun keuze vrijelijk te bepalen. Deze regelingen zullen inhouden:
a) overleg (musjawarah) met vertegenwoordigende raden over procedures en geëigende methoden die moeten worden gevolgd om vrijelijk tot uitdrukking gebrachte mening van de bevolking te constateren;
b) vaststelling van de datum van de feitelijke uitoefening der vrije keuze binnen het in deze Overeenkomst neergelegde tijdvak;
c) formulering van de vragen op een wijze die de inwoners in staat zal stellen te beslissen
a. of zij bij Indonesië wensen te blijven,
b. of zij hun banden met Indonesië wensen te verbreken,
c. het recht tot deelneming aan de uitoefening van de zelfbeschikking in overeenstemming met internationaal gebruik van alle volwassenen, mannen en vrouwen, die geen vreemde nationaliteit bezitten en die ingezetenen zijn ten tijde van de uitoefening van de zelfbeschikking, daarbij inbegrepen die ingezetenen die na 1945 zijn vertrokken en naar het gebied terugkeren, om zich aldaar na beëindiging van het Nederlands bestuur te vestigen.

Deze zogenaamde Act of Free Choice werd dus uitgevoerd in mei 1969.
Bij Indonesië bekend als PEPERA, penetuan pendapatan rakjat.
Het is algemeen bekend op welke wijze deze werd uitgevoerd.
De Indonesische regering begon direct na de overname van het bestuur op 1 mei 1963 de de Papoea's zelf gekozen vertegenwoordigende lichamen: de Streekraden en de Nieuw-Guinea Raad te ontbinden.
In plaats daarvan vormden zij per grote residentiehoofdplaats een zogenaamde volksvertegenwoordiging Dewan Pepera. Totaal voor het land 1025 leden. Alleen deze leden werden weken achtereen in barakken en loodsen ondergebracht. Zij werden geinstrueerd hoe zij hun keuze moeten bepalen in mei 1969. Daarvoor kregen zij radio's, horloge's en allerlei cadeux uitgereikt. Elke keer als er op een residentie hoofdplaats gestemd werd kwam het UN-team pas een dag later aan.
De bevolking volgde via de radion de uitslagen. Elke dag hoorde men o.a.: Merauke koos voor 100 % aansluiting bij de republiek. De volgende dag Fak-Fak, Sorong, Manokwari, Nabiré, Serui, Biak, Kota Baru (later Jayapura). De uitslag was 100 % voor de republiek ! De keuze van 1025 Zogenaamde volksvertegenwoordigers.
De Speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties de heer Ortiz Sanz bracht daarvoor zijn verslag uit aan de Secretaris Generaal in augustus 1969.

Bij de behandeling in de Algemene Vergadering van de VN in october 1969 waren wij vanuit Nederland met een speciale West Papoea delegatie aanwezig.
Onder de leiding van Stichting Door de Eeuwen Trouw met Ds. Ritzema Bos, de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerken, de politieke partij GPV en Kamerlid P.J. Jongeling, de persoonlijke inzet van deheer Scheps, Kamerlid voor de PVDA, oud-Nieuw Guinea mensen, vele vrienden en vriendinnen werd een grote landelijke financiële inzamelingsactie gevoerd om die reis mogelijk te maken.
Ik ben ze tot heden erg dankbaar !

Tijdens de behandeling in de Plenary Meeting van de VN hadden de Afrikaanse landen onderleiding van Dr. Richard Akwei,de Amabassadeur van Ghana, de Caraibische en Latijns Amerikaanse landen een resolutie ingediend om alsnog de Papoea's de kans te geven via "one man one vote" zich uit te spreken.
De resolutie werd door de Aziatische en de meeste Europese landen weggestemd.
Van de Europese landen onthielden Nederland en België zich van stemmen.
Frankrijk, de Scandinavische landen en Jugoslavië stemden voor. Daarmee had de Verenigde Naties de zaak Nieuw-Guinea afgedaan.
En wij kwamen na vier maanden totaal gebroken uit New York terug !

* Het gevolg voor de Papoea's.
Het gevolg voor de Papoea's is ook algemeen bekend en dus hou ik het daarbij.

* Ondertussen voltrekt zich nu de 6-e ramp.
Maar zonder dat er ruchtbaarheid aan is gegeven voltrekt zich nu nog een grotere ramp op West Papoea. Deze handel en bussinesramp is het aanleggen van mammoetmijnen en dito olie-en gasboringen in woon-en leefgebieden. Vanaf 1978 werden immens grote kopermijnen aangelegd in de zuidelijke berghellingen van het Centrale Bergland in Papoea in het woongebied van de stam van Amungme, Komoro's en Tsinga's. Honderden en duizenden hoge bergmassieven zijn uitgegraven tot diepe ravijnen en kloven.
Even zovele hectaren oerwouden, magrovebossen en vegetatie is vernield. De rivieren zijn door de koperertswinning vergiftigd door Amerikaanse en Europese bedrijven.
De oerwouden, de sagobossen, de manggrovebossen zijn de suppermarket waar de Papoeabevolking het eten vandaar haalt zijn weg. De rivieren en beekje zijn vergiftigd. De vissen, de kreeften, de garnalen en de oesters gaan dood. De mensen gingen dood van het voedsel en drinkwater. En als zij gingen protesteren, dan werden zij doodgeschoten. Soms in lege oliedrums gestopt en in de brandende zon achtergelaten tot ze doodgaan.
Aan het rapport van de Bisschop van augustus 1995 over het schenden van de mensenrechten werd weinig aandacht geschonken.
In de moerassen bij de Vogelkop zijn de leefgebieden van o.a de Bentuni, Steenkool en Teminaboean mensen. Daar worden nu geboord naar de grootste olie-en gasvoorraden ter wereld. Hele hectaren mangrovebos- en sagobossen zijn vernield. Waar halen de mensen hun voedel vandaan, en waar zullen zij leven en wonen.

Zou het niet tijd worden dat Nederland, na 40 jaar zwijgen, vooral op het politieke front, om ook een stem van protest te laten horen ?
Zou dat niet haar morele plicht zijn ?

5. Op zoek naar nieuwe wegen. Van Odawara 1962 naar Caux in 2002: Reconciliation voor de Papoea's en Indonesiers.

Waarom ik blijf geloven in verzoening ?
En dus ook de verzoening tussen de Papoea's en de Indonesiërs ?
Omdat ik ergens wel het vertrouwen heb in de goede aard van de mensheid.
Een weldenkend mens, primitief of hoe beschaafd, religieus of heiden moeten wij allemaal ooit ons verantwoorden tegenover God, Allah, de Schepper.
Zoals het ook vermeld staat in de Bijbel, het Evangelie van Mattheus hoofdstuk 25 vers 31 tot/met 46. : Het oordeel van des Zoons des mensen over onze daden hier op aarde.
Vorig jaar mei belde Hennie mij op en vertelde dat zij de leiding zou hebben in een van de sessies van de Plenary Meeting in Caux, Zwitserland. Een van de aspecten op de grote thema Agenda For Reconciliation was: "Dealing with the "difficult other". Zo kon ik mijn verhaal vertellen in de Plenary Meeting op 2 augustus in Caux.
Over mijn betrokkenheid bij de Morele Herbewapening in 1962 in Odawara, bij Tokyo in Japan. Mijn ideaal sinds Odawara is te streven naar verzoening, omdat je elkaar nodig hebt. Kiezen voor de moeilijke weg. Ik vroeg om ondersteuning voor de pogingen om verzoening tot stand te brengen in West Papoea tussen de Papoea's en de Indonesiërs.

Ik vind dat de Papoea's en Indonesiërs de ontwikkeling op internationaal niveau moeten volgen. De gebeurtenissen op 11 September 2001 hebben ook een wending gebracht aan de benadering van het gebruik van enige geweld bij het realiseren van politieke idealen.
Het antwoord daarop is sindsdien criminaliseren. Ik vind dat democratische meningen niet moeten worden gecriminaliseerd ! Ik vind ook dat geweld nooit gebruikt moet worden in politieke streven ! Geweld is uit den boze in een democratie ! Er moet leiderschap en wijsheid getoond worden in deze tijd ! Het scheppen van mogelijkheden voor discussie en overleg zou moeten worden gehanteerd als het enige instrument in het politiek bestuur! En evenmin is fysiek geweld de middel om gehoor te krijgen in een democratisch bestel. Respect voor elkaar kan alleen verworven worden in overleg. Elkaar nodig hebben is een blijvend gegeven !
Door die overtuiging ben ik gedurende deze 40 jaren blijven zoeken naar oplossingen, naar wegen.
Zoeken naar verlossing voor een volk dat 40 jaar lang murw gebeukt is en zich vaak als zombies dagelijks bewegen. Het is een moeilijk pad om te bewandelen, maar het schoon. Tussen Indonesië en Nederland waren in de geschiedenis van beide volkeren ook vreedzame en gelukkige tijden geweest. Het woord Tempo Dulu was geen holle frase in Indië.
De Gordel van Smaragd had ook welzijn en voorspoed geschonken aan beiden, Indonesiërs en Nederlanders. Gelukkige generaties zijn daaruit voortgekomen !
In mijn droom zie ik een samenleving in coëxistensie in een nieuw Papoea en een nieuw Indonesië. Als het ware dat de FAJAR MELANESIA, de dageraad in Melanesië met zijn stralen de DE GORDEL VAN SMARAGD overspoeld en omstuwt in de vaart der volkeren !

6. Slot.

* Mijn persoonlijk geluk en blijdschap deel ik met u !

God schenkt ons dit leven met een boodschap.
In 1963 ontsnapte ik aan de dood en later in Nederland door tweemaal een hartoperatie. God heeft altijd zijn bedoelingen met ons en bepaalt onze bestemming.
Om mijn droom en het ideaal van Initiatives of Change een geestelijk gezonde en stabiele morele basis te helpen bewerkstelligen voor de Papoea's en Indonesiërs in West Papoea te kunnen realiseren kan ik niet alleen.
Ik heb uw hulp, uw advies en steun nodig !
Samen met onze vrienden van Initiatives of Change willen wij ons inzetten voor het realiseren van verzoening tussen de Papoea's en de Indonesiërs.
Samen met u willen wij graag aan Nederland en Europa laten zien dat Nederland ook morele verlichtingen heeft tegenover de beide volken !
Dank u dat u naar mij wil luisteren en ik wens u voor straks een behouden thuiskomst.

Amapon Jos Frans Marey, stamhoofd van de Waropen in Papoea

Reacties op dit artikel via het prikbord




naar vorige pagina