Rapport PH-LKT
Bijlage 16

29. Verklaring van Heer R.W.G.H. Rikkelman, Stations Chef K.L.M. te Biak.

Hiermede verklaar ik, dat ik gezien heb dat bij het wegrijden van de PH-LKT van het platform op 16 juli j.l. gezagvoerder R. de Roos op de linker plaats in de cockpit zat.

Stations Chef KLM                                     
BlAK                                               

w. g. R. W.G.H.Rikkelman                               

30. Verklaring van de heer R. Kooper, Ltz. AR II.Koninklijke Marine.

Ik heb de morgen van Maandag 15 juli 1957 de gezagvoerder (naam onbekend) tussen 09.00 en 10.00 uur in de ziekenboeg van de Boroekoe besteld, nadat ik telefonisch (bericht van Rikkelman) vernomen had dat betrokkene neusdruppels wilde hebben voor een vermoedelijke hooikoorts.

In verband met het feit dat deze gezagvoerder de volgende ochtend moest vertrekken leek het mij nodig en gewenst betrokkene te onderzoeken. Door mij werden voorhoofdsholte en kaakholte doorgelicht, oren en neus geïnspecteerd, zonder dat ik afwijkingen kon constateren en heb volstaan hem neusdruppels voor te schrijven.

Mijn indruk van de man (middelbare leeftijd, boven de veertig): maakte op mij een beheerste rustige indruk.  

31. Verklaring van de heer H.J .Menick, van beroep meteoroloog van het Meteorologisch en Geofysisch Bureau te Biak.

Op Dinsdag 16/7-57 de gezagvoerder de Roos om ongeveer drie uur bij hem om te "briefen".
Na de vraag of hij op 18500 ft zou gaan vliegen, antwoordde eerdergenoemde gezagvoerder, dat hij laag wilde blijven (14500 ft), omdat hij een beetje verkouden was. (Bovenstaande werd ook gehoord door de Weerberichtgever I.P.Zitter, die buiten het gebouw stond om het weer te observeren)

Biak, 1 augustus 1957.                     

w.g. H.J. Menick.                         

32. Verklaring van de heer M.C. Weymer, Groepscommandant der Rijkspolitie, Dienst Luchtvaart te Schiphol.

De ondergetekende M.C. Weymer, Groepscommandant der Rijkspolitie, Dienst Luchtvaart, verklaart hiermede een uitgebreid onderzoek ingesteld te hebben naar de gedragingen van de crew van het verongelukte vliegtuig de PH-LKT, gedurende hun verblijf te Biak, van de landing tot de start van dit vliegtuig.
Bij dit onderzoek, waarbij in het bijzonder is nagegaan het gedrag van de gezagvoerder, R. de Roos, is niets gebleken, dat enige aanleiding zou kunnen geven tot bijzondere opmerkingen. Integendeel, alle getuigen die in deze zijn gehoord, verklaren eenstemmig, dat deze crew bijzonder rustig was.

Biak, 51 juli 1957                                                                                                          w.g. M.C. Weymer

33. Verklaring van de heer J.C. Smits, luchthavenmeester te Biak

"Low runs over the airfield" of "low passes over the airfield" werden in de afgelopen jaren een enkele keer aangevraagd door K.L.M.-vliegtuigen (type Lockheed 749 of 1049).
Toestemming voor een low run werd verleend bij afwezigheid van ander verkeer boven of in de omgeving van het vliegveld Mokmer.
Stilzwijgend werd aangenomen dat deze run niet onder de 500 ft. uitgevoerd, als regel tussen de 500 en 1000 ft.; een uitzondering hierop was een low pass circa 4 à 4½ jaar geleden, die bijzonder laag ( enkele tientallen ft.) met passagiers werd uitgevoerd.
Voorgaande "low passes" werden bij dag uitgevoerd. Indien bij nacht een low pass zou worden uitgevoerd met toestemming, kan zonder meer worden aangenomen, dat geen ander verkeer is gerapporteerd en dat deze pass boven de 1000 ft. dient te worden uitgevoerd, daar hiervan anders rapport wordt opgemaakt.

Biak, 30 juli 1957.                            

De luchthavenmeester I.                   

w.g. J.C.Smits.                               

Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.