Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

RAPPORT

van onderzoek inzake het ongeval
met het vliegtuig P H - L K T
op 16 juli 1957 nabij het eiland Biak


Rapport PH-LKT
Bijlage 16

24. Vraaggesprek met de KLM monteur J. van der Lecq, geboren te Reeuwijk (Nederl.)
op 27- 5-1918 en gestationeerd te Biak, Ned. Nieuw Guinea.

1.Vraag :
Antwoord :
Bent U in het bezit van een geldig bewijs van bevoegdheid als grondwerktuigkundige? Ik ben niet in het bezit van een bewijs van bevoegdheid
2.Vraag :
Antwoord :
Hebt U service verleend bij het vertrek van de PH-LKT op 16 juli 1957 te Biak, met bestemming Amsterdam ?
Ja.
3.Vraag :
Antwoord :
Hebt U de tanking verricht en wat waren de hoeveelheden benzine per tank ? Ik heb de tanking, die door de Shell even vóór het vertrek werd verricht meegemaakt. De hoeveelheid was per tank als volgt verdeeld:
tiptanks
tanks
tanks

2a en 3a ieder
1   en 4  ieder
2   en 3  ieder
-------------------------------
Totaal  2 x 2020 =
   560   USG (vol)
1020   USG
  440   USG
--------------
4040   USG

Opmerking : tank no.5; de hoeveelheid benzine in deze tank was ongeveer (zoals gewoonlijk) 20 à 25 USG. Dit is op de aanwijzer gecontroleerd.

Ik heb persoonlijk zowel de brandstof tank- als de olietankdeksels gesloten, in samenwerking met de 2e BWK, de heer Iseke. Ik heb zelf de brandstofvoorraad d.w.z. zowel de benzine- als de olievoorraad met de dipstick gecontroleerd. Deze gaf de bovengenoemde hoeveelheid per tank aan.
4.Vraag :
Antwoord :
Regende het tijdens het tanken?
Antwoord: Neen.
5.Vraag :
Antwoord :
Wie heeft de tanks gedrained ?
De tanks van het vliegtuig zijn direct voor het vertrek gevuld. De daartoe getrainde Papoea's hebben alléén de benzinetanks gedrained. Ik heb zelf gezien dat er geen water in de monsterflesjes aanwezig was. Ook de 1e BWK, de heer Oudejans, heeft dezelfde check gedaan en er zich van overtuigd, dat er geen water in het monsterflesje aanwezig was.
6.Vraag :
Antwoord :
Hebt U de benzinefilters op de aanwezigheid van water gecontroleerd ?
Neen.
7.Vraag :
Antwoord :
Hoeveel olie is er in elke olietank bijgevuld ?
De bijvulling per tank was als volgt:
tank 1.................
tank 2.................
tank 3.................
tank 4.................
15 Imp Gall x)
  6 Imp Gall
  6 Imp Gall
15 Imp Gall
x) de desbetreffende olieber. No. 10875 d.d. 15-7-1957 werd getoond.
Wij vullen de tanks hier gewoonlijk op en dus ook bij de P H - L K T, tot 36 USG.
8.Vraag :
Antwoord :
Zijn de cabine superchargersl bijgevuld ?
Die zijn niet bijgevuld.
9.Vraag :
Antwoord :
Welke handelingen aan het vliegtuig hebt U nog meer verricht?
Ik heb de accu's aangekoppeld. Ik heb gezien, dat de motoren door de 1e BWK, de heer Oudejans, werden doorgedraaid. De koelkiewen open laten lopen, evenals de ramairdeuren. Ik heb gezien, toen het vliegtuig wegrolde, dat de ramairdeuren openstonden. Voorts heb ik de pitot-hoes zelf verwijderd. Ik weet dat het aanbrengen van een dergelijke hoes (in dit geval een "kotszak" ) is geschied in afwijking van de interne voorschriften. Maar wij moeten dit hier wel doen, omdat hier metselwespen aanwezig zijn, die hier graag op neer strijken en de zaak doen verstoppen.(dichtmetselen). Het is in Biak dan ook een standaardmethode om hoesjes op de pitot-buisjes aan te brengen. Wij hebben thans een dergelijke hoes aangemaakt.
10.Vraag :
Antwoord :
Hebt U gezien of de onderstelpennen vóór het vertrek waren weggenomen?
De onderstelpennen zijn verwijderd en na deze aan de Bwk te hebben getoond, opgeborgen in het bakje, dat aan de neuswielstijl is bevestigd.
11.Vraag :
Antwoord :
Hebt U het vliegtuig na het starten nagekeken ?
Ja. Ik stond vóór de deur van de havenmeester, kon echter het proefdraaien niet zien, doch hoorde dit wel. Ik heb niets bijzonders gehoord of bijzonderheden gemerkt, ook niet in de start.
Daarna ben ik het platform overgelopen en op de vleugel van een Dakota gestapt voor het opvullen van olie. Toen ik opzag in Z.O.-richting, zag ik de lichten van de "Neutron" en hoorde de motoren normaal brommen. Ik ging door met mijn werkzaamheden. Toen ik weer opkeek, zag ik in de lucht een rode gloed, die boven de bomen uitkwam.
12.Vraag :
Antwoord :
Hebt U geassisteerd bij de No.1 inspectie? (transitinspectie ?)
Ja. Alleen heb ik aan motor 4 een check gegeven vóór het brandschot. Ik heb zelf de turbines van motor 4 gecontroleerd en daarbij geen scheurtjes van de nozzlebox en uitlaat bevestigingen geconstateerd.
13.Vraag :
Antwoord :
Hebt U de turbines op vrijloop gecontroleerd
Ja, de turbines waren niet beschadigd en liepen vrij.
14.Vraag :
Antwoord :
Hebt U overmatige lekkage geconstateerd ?
Geen.
15.Vraag :
Antwoord :
Wie heeft de cowlings gesloten ?
De jongens (Papoea's) hebben dit gedaan; ik heb dit gecontroleerd.
16.Vraag :
Antwoord :
Zijn de wielbanden gecontroleerd
Volgens mij is dit tijdens de transitinspectie gebeurd.
17.Vraag :
Antwoord :
Zijn bij de preflight check nog bijzonderheden aan de besturingsorganen geconstateerd ?
Hieraan zijn geen bijzonderheden geconstateerd.
18.Vraag :
Antwoord :
Kunt U zich herinneren in welke stand de vleugelkleppen stonden bij het wegrollen ?
De vleugelkleppen waren in.
19.Vraag :
Antwoord :
Hebt U opgemerkt of de roeren op vrij bewegen werden gecontroleerd ?
Neen, dit heb ik niet opgemerkt.
20.Vraag :
Antwoord :
Hebt U gezien wie op de eerste bestuurders plaats zat
Neen, dit heb ik niet gezien. Wel heb ik gezien, dat de 2e Bwk, de heer Iseke, achter het engineerspanel zat.

De KLM-monteur te Biak,                    

w.g. J.van der Lecq.                         

Deze verklaring is afgenomen door:

Ltz. T.I J.B. van den Berg, Hoofd Technische Uienst M.L. te Biak, lid Comm. v. Onderzoek;
W.P. Hamers, fg .Hoofd Bureau Luchtvaart te Hollandia, lid Comm. v. Onderzoek:
C.L. Gosen, Inspecteur Rijksluchtvaartdienst, Bureau Vliegzaken, Comm, v. Onderzoek;
C.A. Bruynesteyn, Chef Lockheedafdeling, Technisch Bedrijf KLM, Schiphol.

Biak, 26 juli 1957.

 

25. Vraaggesprek met de grondwerktuigkundige J .Ph .Bakker GWK II, geboren 14-3-1916 te Amsterdam, in het bezit van een Bewijs van Bevoegdheid No.49-11. afgegeven op 2 maart 1949, door de Directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst te 's-Gravenhage en geldig  tot 21 mei 1959, met typebevoegdheid: Douglas DC-6. DC-3. DC-4 en C54, Lockheed L-749 en L-1049.

(De in deze verklaring genoemde bijlagen zijn opgenomen in bijlage 2.9) .

Volgens de door U verstrekte gegevens op 17 juli 1957 aan de Commissie van Onderzoek hebt U op 15 juli 1957  verschillende technische werkzaamheden uitgevoerd aan de Super Constellation L-1049, gekenmerkt PH-LKT, als aangegeven in bijlage II. Het vliegtuig onderging tevens een transitinspectie volgens het formulier "Dienst Vliegtuigonderhoud Lockheed-afdeling" type L-1049, uitgave No.002, datum 15-9-1956. Thans zullen U de volgende vragen worden gesteld.

1.Vraag :


Antwoord :
Hebt U de op dit formulier voor dit vliegtuig bestemde inspectiepunten zelfstandig uitgevoerd en hebt U hierbij van andere personen hulp gekregen ? Zo ja, wie waren deze personen ?
Opmerking: aan betrokkene werd de desbetreffende inspectiestaat getoond (zie bijlage.I)
Ik had de leiding op het platform tijdens de inspectie en heb volgens het mij getoonde transit-inspectieformulier gewerkt en werd bij deze werkzaamheden geassisteerd door de Ass.Grondwerktuigkundige, de heer v.d, Lecq.
2.Vraag :
Antwoord :
Had U dit formulier in handen of hebt U de verschillende inspectiepunten uit het hoofd gedaan?
Ik werk volgens de inspectiestaat. Ik parafeer de punten niet af.
3.Vraag :
Antwoord :
Hebt U behalve deze punten ook nog andere werkzaamheden aan het vliegtuig verricht ? Zo ja, waaraan en wat ?
In de U reeds overhandigde lijst (zie bijlage II) zijn de extra punten genoemd.
4.Vraag :
Antwoord :
Hebt U direct na aankomst van het vliegtuig nog overleg gepleegd over de verschillende storingen met de de boordwerktuigkundige van de PH-LKT, de heer Oudejans ?
Ja. De klachten zijn met de heer Oudejans besproken.
5.Vraag :
Antwoord :
Had de heer Oudejans gedurende zijn vlucht vanaf Bangkok via Manilla naar Biak nog bijzondere storingen te melden ? Zo ja, welke waren deze en hoe zijn deze opgelost ?
Neen, geen andere dan vermeld in bijlage
6.Vraag :
Antwoord :
Heeft de heer Oudejans ook nog opmerkingen gemaakt over storingen van de PH-LKT gedurende de vlucht van Amsterdam af tot Bangkok ?
Neen,
7.Vraag :
Antwoord :
Hebt U met de heer Oudejans en eventueel andere personen over de verschillende klachten gediscussieerd en raadpleegde U hierbij het vliegtuigonderhoudsboek ?
De klachten zijn besproken, in het bijzonder punt 2 van bijlage II. In bijlage III zijn de waarnemingen van de BMEP-beproeving verzameld.
8.Vraag :
Antwoord :
Hoe zag het onderhoudsboek er uit ? Was de helft van dit boek, een groter of een kleiner gedeelte beschreven ?
Ik kan het mij niet herinneren.
9.Vraag :
Antwoord :
Hebt U behalve motor 4, ook nog andere motoren proefgedraaid?
Neen, geen der andere motoren werden proefgedraaid.
10.Vraag :
Antwoord :
Waren er vóór het vertrek van Biak nog op- of aanmerkingen gemaakt over de technische conditie van het vliegtuig door de 1e boordwerktuigkundige, de heer Oudejans ?
Ik had op het moment geen dienst. De grondwerktuigkundige de heer v.d. Lecq, heeft de service vóór het vertrek gegeven.
11.Vraag :
Antwoord :
Hebt U nog met de 2e boordwerktuigkundige, de heer Iseke, over storingen van de PH-LKT gesproken of heeft deze U nog andere inlichtingen verstrekt?
Neen.
12.Vraag :
Antwoord :
Hebt U nog extra werkzaamheden aan de benzine- en/of olie-installatie verricht?
Neen, alleen de gewone werkzaamheden. Deze waren de volgende: De oliefilters zijn door mijzelf gecontroleerd en eveneens de magnetische pluggen. Ik heb deze zelf weer gemonteerd. Hierbij zijn mij geen bijzonderheden opgevallen. Ook is door mij olie opgevuld, tot 4x35 USG per tank.
13.Vraag :
Antwoord :
Wat hebt U precies aan het voordeksel van motor 4 gedaan ?
Na het controleren van de BMEP-oliedruk en het voordeksel, heb ik de leiding op normale wijze weer aangesloten en daarmede alles in de oude toestand teruggebracht.
14.Vraag :
Antwoord :
Was de "timing" van de verdelers van motor 4 verlopen? Hoe hebt U deze dan afgesteld ?
Ik heb niet opnieuw afgesteld, alleen gecontroleerd.
 Vraag :
Antwoord :
Hebt U de botenluiken nog gecontroleerd
Ik heb de sluiting gecontroleerd en geen afwijking geconstateerd.
15.Vraag :
Antwoord :
Is er iets bijzonders gemerkt aan de vleugel de-icers boots ?
Er is niets aangeraakt, noch bollingen geconstateerd.
16.Vraag :
Antwoord :
Is de water-check uitgevoerd?
Ikzelf heb niets aan het waterdrainen van de benzine-installatie gedaan.
17.Vraag :
Antwoord :
Hebt U nog iets op te merken, dat voor het onderzoek van belang kan zijn ?
Mij is niets bijzonders opgevallen.

De Grondwerktuigkundige II te Biak,                  

w.g. J .Ph.Bakker.                                            

Deze verklaring is afgenomen door:

Ltz.T.I J.B. van den Berg, Hoofd Technische Dienst M.L.te Biak, lid Comm.v.Onderzoek;
W.P. Hamers, fg. Hoofd Bureau Luchtvaart te Hollandia lid Comm.v.Onderzoek;
C.L.Gosen, lnspecteur Rijksluchtvaartdienst, Bureau Vlieg zaken, Comm.v.Onderzoek;
C.A. Bruynesteyn, Chef Lockheedafdeling, Technisch Bedrijf KLM Schiphol.

 



Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina