Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



naar vorige pagina  volgende pagina

RAPPORT

van onderzoek inzake het ongeval
met het vliegtuig P H - L K T
op 16 juli 1957 nabij het eiland Biak


Rapport PH-LKT
Bijlage 16

1. LIJST VAN VERHOORDE PERSONEN.

A. Overlevenden.

Mej. D.J. Klein-Klouwenberg, stewardess PH-LKT
Mr.O.A. de Rijke
Mevrouw de Rijke
Frankie de Rijke
S. de Boer
Dr.D.L. Leiker
H.O. Wagenaar
Mevr.A. Wagenaar

B. Personen, die de vlucht van de PH-LKT hebben gezien.

J.F. van Geenhuizen, korporaal schrijver Kon.Marine
A. Heres, korporaal Kon.Marine
W.Th.A. Krone, matroos II Kon. Marine
Domingoes Maren, papoea
Lucas Rumbiak, papoea
Ajoep Kafiar, papoea
Lucas Rumpaidus, papoea

C. Personen, die een gedeelte van de vlucht hebben waargenomen.

J.C.Smits, luchthavenmeester van de luchthaven Mokmer
S. Simons, employé KLM te Mokmer

D. Personen, die vóór het vertrek werkzaamheden aan het vliegtuig hebben verricht.

J. van der Lecq, monteur KLM te Biak
J.Ph. Bakker, grondwerktuigkundige KLM te Biak

E. Personeel van verkeerleiding en meteorologische dienst.

L.J. de Lange,verkeersleider te Mokmer
P. Zitter, weerberichtgever I te Mokmer.

F. Personen, die met betrekking tot het ongeval een verklaring aflegden.

R.W.G.H. Rikkelman, stationschef KLM te Biak
R. Kooper, Ltz.AR. II Kon.Marine te Blak
H.J. Menick, Meteoroloog te Biak
M.C. Weimer, groepscommandant der Rijkspolitie, Dienst Luchtvaart te Schiphol.
J.C. Smits, luchthavenmeester I luchthaven Mokmer
W. Geerling, chef vlieger Azië en Australië route KLM
Ltz.II O.C. V.J.A. Wilkens, duikofficier Kon.Marine.

2. Vraaggesprek met Mej. D.J. Klein Klouwenberg, stewardess PH-LKT, op 16 juli 1957 te Biak door overste J.L. den Hollander en J.C. Smits.

1.
1.  Vraag :
Antwoord :
Kunt U mij vertellen wat er heeft plaats gevonden ?
De gezagvoerder deelde over de intercom mede: "Over twee minuten komen wij weer over het vliegveld en daarna naar Amsterdam." Ik zat op een van de drie achterste plaatsen in de vliegrichting gezien aan de rechterkant. De gordijntjes waren dicht, zoals gebruikelijk bij nachtvluchten. Ongeveer een minuut na de aankondiging van de gezagvoerder had een explosie plaats, naar mijn gevoel van rechts. Het vliegtuig begon hevig te schudden en daarna brak brand uit. Ik weet niet of de brand binnenboord of buitenboord was.
2.Vraag :
Antwoord :
Had U het idee, dat het vliegtuig nog vloog?
Na de explosie vloog het toestel nog.
3.Vraag :
Antwoord :
Werd de annoncering op een door de captain gebruikelijke wijze gedaan, was van opwinding iets te bespeuren?
De omroep geschiedde normaal. Er was geen opwinding te bespeuren, in de geest "eerst nog een keer Biak zien en dan naar Amsterdam. "
4.Vraag : Antwoord : Had U enig idee van snel zakken of vallen?
Geen gevoel van snel zakken. Ik probeerde de riem los te maken. Twee stewards stonden naast mij. Ik had het idee dat de staart er af ging en ergens water vandaan kwam.
5.Vraag : Antwoord :Had U idee dat het vliegtuig ná het schudden nog vloog.?
Het vliegtuig schudde hevig, naar mijn gevoel vloog het vliegtuig nog. Ik heb geen klap op het water gevoeld.
6.Vraag : Antwoord : Zijn er nog mededelingen gegeven over de intercom ?
Neen, geen mededelingen over de intercom.

3. Vraaggesprek met Mej. D.J. Klein Klouwenberg, stewardess PH-LKT, op 20 juli 1957 te Biak, door overste J.L. den Hollander en J.C. Smits.

Vraag : Mogen wij U nog even lastig vallen voor een paar gegevens ?
1.Vraag :
Antwoord:
Mej. Klein Klouwenberg: Mag ik even vragen in welke capaciteit U deze vraag stelt ?
Antwoord: Overste: Evenals dinsdagochtend. We zitten in de Commissie van Onderzoek om te trachten licht te brengen in het ongeval. Hedenavond komt een commissie uit Nederland en enkelen hiervan zullen aan deze commissie worden toegevoegd.
2.Vraag :
Antwoord :
Kunt U de volgorde opgeven van de specifieke gebeurtenissen?
De start verliep normaal. Toen we op kruishoogte waren werd door de gezagvoerder over de public adress medegedeeld, dat over 2 minuten over Biak zouden cirkelen en daarna richting Amsterdam zouden vliegen
3.Vraag :
Antwoord :
Is dit ook nog in het Engels gezegd ?
Alleen in het Hollands, omdat er uitsluitend Hollanders aan boord waren. Even daarna was een ontploffing. Ik wist dat motor No.: 4 niet erg goed was omdat we daar onderweg al troubIe mee hadden gehad. Deze was op Biak nagekeken, maar er was niets gevonden. Ik had dus het idee van een ontploffing in moter No. 4 Niet zo erg hard. Opeens een klap. Het toestel begon te trillen en te schudden en ik had idee, dat het niet meer in de hand was.
4.Vraag :
Antwoord :
Heeft U het idee een ontploffing van rechts ?
Definitief rechts, ik zat rechts achteraan.
5.Vraag :
Antwoord :
Was de klap vóór of ná de ontploffing ?
Het gebeurde alles erg snel en ik kan het me niet geheel realiseren,
6.Vraag :
Antwoord :
Waar was de brand ?
Het brandde tegelijk binnenboord, net of benzine ingespoten werd. Wij vlogen nog; waren wel aan het zakken. De vlammen sloegen door naar achter. Ik had verbrande handen en had moeilijkheden mijn band los te krijgen. Ik had daarna het idee dat de staart er af geknapt was.
7.Vraag :
Antwoord :
Kunt U mij zeggen of het toestel in een bepaalde bocht lag ?
Als het in een bocht lag was het een heel flauwe bocht; zeker geen scherpe bocht.
8.Vraag :
Antwoord :
Had U idee van hoogte ?
Geen idee van hoogte. Ik keek niet naar buiten, maar zat te schrijven,

4. Vraaggesprek met de heer O.A. de Rijke, gevoerd op 16 juli 1957 te Biak door overste J.L. den Hollander en J.C. Smits.

1.Vraag :
Antwoord :
Heeft U enig idee van een explosie ?
Ik heb het idee dat het vliegtuig ergens tegenaan kwam, duidelijk begon te bumpen, werd steeds erger. Het vliegtuig boog scherp naar links en dook zo naar links weg en kwam met een enorm klap in zee.
2.Vraag :
Antwoord :
Had U enig idee dat U viel ? Ja, heel kort. daarna in het water. De start verliep normaal. Ik vond het gek om nog eenmaal Biak te zien, omdat ik het idee had in de richting Manilla te zijn gestart en wij dus hiertoe moesten terugkeren; een bocht maken. Het leek echt of de propellers iets raakten.
3.Vraag :
Antwoord :
Waar zat U in het vliegtuig?
Ik zat helemaal achterin tourist gedeelte, Ik had geen idee wat er gebeurde. Ik heb geen vlammen gezien.

5. Vraaggesprek met de heer O.A.de Rijke, gevoerd op 28 ,juli 1957 te Hollandia door de heren A,W. Fournier, J.C. Smits en C.A. Bruynesteyn.

1.Vraag :
Antwoord :
Waar zat U en wie zaten in Uw naaste omgeving ?
Ik zat op plaats 14 B aan het middenpad; naast mij zat mijn vrouw (14A). De Boer zat op plaats 15A en daarnaast het kind Leiker. Mijn kinderen zaten op de plaatsen 14C, 14D en 14E, waarvan Frankie op plaats 14E.
2.Vraag :
Antwoord :
Was het "seat belt" sign nog aan bij de botsing ?
Daar heb ik lang over nagedacht. Ik kan er geen positief antwoord op geven, maar ik denk van wel. Ik had mijn riem nog vast, maar dit is geen gewoonte van mij. Als het kan, maak ik hem direct los.
3.Vraag :
Antwoord :
Was het licht in de cabine nog aan bij de botsing ?
Het licht was aan toen de klap kwam.
4.Vraag :
Antwoord :
Brandden de navigatielichten ?
Daar heb ik niet op gelet.
5.Vraag :
Antwoord :
Verzoeke omschrijving "droog brekend" geluid, was dit metaalachtig of van brekend hout, uit welke richting kwam het?
Er was een kleine onbeduidende aanraking van het vliegtuig met iets. Ik vond dit ongewoon, maar dacht: "daar komt het toestel wel overheen". Heel kort daarna, ca. één seconde, kwam er een hevige, intensieve klap, alsof wij hevig afgeremd werden. De cabinewand (van de voorste toiletten) bewoog heftig van links naar rechts en op en neer. Het vliegtuig schudde over zijn lengteas, een siddering. Het leek alsof het ergens van los kwam of brak en ging onmiddellijk links voorwaarts naar beneden. Ik weet, dat ik buiten bewustzijn ben geweest. Vanaf de eerste siddering, bijna gelijkertijd, heb ik mijn knieën opgetrokken. Dit was iets typisch fataals, het werd opeens doodstil, het leek alsof de motoren af waren en het vliegtuig ging naar links voorwaarts. Het duurde ca 1 seconde. Ik had eerst het idee, dat de schroef iets aanraakte, maar het leek mij niet fataal. Binnen 1/4 tot 1 seconde kwam het fatale (zie ook vraag 18).
6.Vraag :
Antwoord :
Bemerkte U na dat geluid een standverandering van het vliegtuig, welke ?
Tijdens en bij de botsing was het vliegtuig mooi horizontaal; een hevig geschud; ik heb geen standverandering geconstateerd; daarna een stilte. Het vliegtuig viel voorover weg. Het was te kort om impressies te verwerken.
7.Vraag :
Antwoord :
wanneer en vanwaar zag U een steekvlam op U afkomen, vóór of na de botsing ?
Ik heb geen steekvlam gezien. Ik pen pas bij bewustzijn gekomen, toen ik in het water lag en toen heb ik hier en daar een dotje brand gezien. Ik had wel het idee van brandwonden, vóór ik in het water lag, want ik voelde pijn toen ik bij bewustzijn kwam. Mijn zoontje beweert wel een steekvlam gezien te hebben en ook het toestel gezien te hebben. Hij is in dit opzicht wel geloofwaardig.
8.Vraag :
Antwoord :
Hebt U het gordijn open gehad direct na de start of na aankondiging van de captain dat over Biak gevlogen zou worden?
Ik weet niet of het gordijn open was, want ik was bezig mijn schoenen uit te trekken. Ik had even een rare indruk. Ik heb wel gevlogen, ook met Connies en mijn ervaring is, dat het toestel niet gauw loskomt. Het viel mij op, achteraf, dat het toestel naar mijn gevoel, later op hoogte was dan bij eerdere vluchten. Bij de aankondiging van: "Dames en Heren .... " dacht ik: "Hoe kan dat nu, want wij zijn nog niet hoog genoeg". Ik weet niet of het toestel in een bocht vloog.
9.Vraag :
Antwoord :
Was er buiten aan het vliegtuig iets bijzonders waar te nemen?
Ik heb niets bijzonders opgemerkt.
10.Vraag :
Antwoord :
Liepen de motoren regelmatig ?
Ik herinner mij niet, dat zij onregelmatig liepen. Ik heb geen idee van manipulaties met het gas, maar wel, dat wij vrij langzaam op hoogte kwamen.
11.Vraag :
Antwoord :
Hebt U markante verandering in lengte en kleur waargenomen van de uitlaatvlam ?
Ik heb er niet naar gekeken.
12.Vraag :
Antwoord :
Had U het gevoel, dat vlak voor de botsing vol gas gegeven werd?
Ik kan niet zeggen of er gas werd bijgegeven.
13.Vraag :
Antwoord :
Was er tijdens de start of vlak daarna een passagier in de stuurhut?
Daar staat mij niets van bij.
14.Vraag :
Antwoord :
Gevoel van sterk dalen, stijgen of scherpe bocht gehad ? Bent U nog uit Uw stoel gelicht of daarin gedrukt ?
Neen.
15.Vraag :
Antwoord :
Heeft U enig idee van de duur tussen mededeling captain en crash ?
Het was ongeveer 1 seconde tussen de mededeling en de eerste siddering; ook ongeveer 1 seconde daarna de botsing
16.Vraag :
Antwoord :
Was het buiten donker ? Heeft U op enig moment het zeeoppervlak gezien ?
Ik heb er niet naar gekeken.
17.Vraag :
Antwoord :
Heeft U in de bocht de baanverlichting nog een keer gezien bij de low pass?
Dat heb ik niet gezien. Ik weet niet of het vliegtuig in een bocht lag.
18.Vraag :
Antwoord :
Heeft U in de lucht voor de crash nog schokken of trillingen waargenomen ?
Neen. Het geluid was niet een bepaalde tik, maar een ratelend geluid. Ik had het idee, alsof de prop iets raakte; ik had niet het idee van over de kop te slaan van het vliegtuig, maar wel van hevig remmen, Mijn idee was, dat wij een boom hadden geraakt en dat het vliegtuig niet hoog genoeg was. Ik had niet de indruk dat wij het water raakten, doch een massief geheel. Ik had het idee dat wij niet hoog zaten. Na het afremmen gingen wij vrij steil over links omlaag. Ik heb mijn armen naast mijn lichaam gehouden en ben omlaag gezakt in mijn stoel. Ik heb de veiligheidsriem aangehaald en ik heb mijn redding daaraan misschien te danken of ik heb mijn borstverwonding juist daardoor gekregen. (gebroken ribben). Daarna ben ik bewusteloos geraakt.
19.Vraag :
Antwoord :
Heeft U waargenomen dat de cockpitdeur dicht was?
Dat heb ik niet waargenomen.
20.Vraag :
Antwoord :
Heeft U het eiland Owi nog onder U gezien ?
Ik heb niet naar buiten gekeken.
21.Vraag :
Antwoord :
Heeft U enig idee hoe en wanneer U uit het vliegtuig bent gekomen?
Neen. Maar bij reconstructie lijkt het mij, dat het vliegtuig bij de staart is afgebroken. Mijn vrouw kan niet zwemmen en is op een stoel blijven drijven. Ik heb niet het gat gezien. Mijn zoon beweert dat het toestel vóór hem is gebroken en dat hij met de bank en zijn zusjes in het water is gevlogen. Mijn zoontje zat vastgeklemd op de bank en voelde dat hij op antennedraden stond. Toen ik weer bij bewustzijn kwam was van de brand niet veel meer te zien.

De heer De Rijke deelde over zijn redding nog het volgende mede:
Toen ik weer bij bewustzijn kwam, zag ik enkele brandende dotjes op het water. Ik ben automatisch gaan zwemmen en kwam bij een reddingsboot waar ik schijnbaar zelf ingeklommen en weer uitgegaan ben. De boot was vrij vormeloos; ik heb hem niet zien branden. Ik vond mijn vrouw, die niet kan zwemmen. Ik ben bij de reddingsboot gebleven. Er kwam een grote prauw aan, die mijn kinderen en de Wagenaars oppikte. Wij riepen nog om hulp. Ik kon het zwemmen bijna niet volhouden door gebroken ribben en een gebroken arm. Er spoelde een kind aan tussen de benen van mijn vrouw. De prauw voer weg. Er kwam een kleine prauw aan, waaruit een papoea met een gordel sprong, die het kind meenam.
Door een andere kleine prauw zijn wij opgenomen en aan land gebracht.

Opmerking.

Geconstateerd werd, dat op de brandwonden, die de heer De Rijke had opgelopen, de huidharen nog aanwezig waren en niet geschroeid.

 

Ook voor reacties op deze herinneringen kun je terecht op het prikbord/forum.

naar vorige pagina  volgende pagina