Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



Strijd om de Jappengrotten

Pacific, West Nieuw Guinea, Biak 1944

naar vorige pagina naar volgende pagina

 

Met indrukwekkend ceremonieel verbrandde hij alle documenten en het Regiments vaandel. Daarna knielde hij en stortte zichzelf overeenkomstig de Samurai traditie, in zijn eigen zwaard.

Juist tegen het aanbreken van de ochtend verlieten de overlevende Japanners de grot en lanceerde een zogenaamde “Banzai” of zelfmoordaanval. Zij raakten slaags met een onderdeel uit de achterhoede van het 186e regiment. Niemand van de Amerikaanse soldaten raakte in paniek-stemming. Er stonden op het moment van de aanval slechts een twaalftal soldaten op post, maar zij hielden rustig stand tegen de op hen af stormende en schreeuwende Japanners.

Zij maakten op rustige en effectieve manier gebruik van hun mitrailleurs, geweren en granaten, met als resultaat, dat na afloop van het gevecht 109 vijandelijke soldaten gesneuveld bleken te zijn. Wij verloren slechts één man, doordat een Japanse soldaat in zijn schuttersput sprong en een granaat tot ontploffing bracht, waardoor Bijden werden gedood. In de vroege morgen begaf ik mij naar voren. Ik had een bezoeker bij mij in de jeep, kolonel Sam Surgis, genie officier van het 6e leger.

We passeerden de heuvelrug, die het Mokmer vliegveld beschermde en reden langs het gebruikelijke pad, dat naar het achterhoede bataljon leidde van het 186e Regiment Infanterie. Plotseling was onze weg geblokkeerd. Japanse gesneuvelden lagen her en der over de weg verspreid. Als ik beweerde, dat de weg geblokkeerd was, dan overdrijf ik beslist niet. Toen ik uitstapte zat de wacht nog steeds achter de wapens. Toen hoorde ik de hele geschiedenis. Elf vijandelijke officieren waren gedood door een sergeant met een .50 mitrailleur. Bij de gevechten van man tegen man had een roodharige soldaat een op hem afstormende Japanse soldaat de hersens ingeslagen met de kolf van zijn geweer Ik moest even slikken en voelde mij trots op deze mannen, die de wildemansaanval van de Japanners zo moedig hadden afgeslagen.

Het was hun taak om het hoofdkwartier van de commandant van hen, de kolonel Newman, te bewaken en dit hadden zij zeer precicieus gedaan. Ik zei hun, dat zij voor het einde van de dag gedecoreerd zouden worden en zo gebeurde het dan ook. Twee van hen zouden de “Silver Star” ontvangen en de overigen “The Bronzen Star”. Ik had het gevecht niet gezien en daarom liet ik hen onder elkaar uitmaken, welke twee van hen met de “Silver Star” zouden worden gedecoreerd. Zij waren hierover stom verbaasd, maar zij hadden niet veel tijd nodig om uit te maken, dat de sergeant en zijn roodharige partner het meeste recht hadden op de “Silver Star”.

In het algemeen kan er weinig sprake zijn van democratie in het leger, maar in dit geval bepaalde uitsluitend de troep en niet de een af andere belangrijke meneer achter een keurig bureau, waar de onderscheidingen terecht moesten komen.

De zelfmoordaanvallen, misschien is het goed om dat hieraan toe te voegen, hebben mij altijd getroffen als Japanse militaire krankzinnigheid. Het is een feit, dat het soms op onervaren, slecht gedisciplineerde troepen een grote morele uitwerking had. Ik heb gedurende mijn acties in de Zuid-West Pacific nimmer zo’n zelfmoordaanval meegemaakt, maar ik weet, dat het nooit werkelijk effect had op goed getrainde en gedisciplineerde troepen. Tenzij ik verkeerd ben ingelicht, heeft een zelfmoordaanval tegen troepen onder mijn bevel nimmer enig succes gehad. Voor de Japanse soldaat had dit soort aanvallen mogelijk een mysterieuze betekenis.

Ik heb mij laten vertellen, dat zij ervan overtuigd waren, hiermede een heilig offer te brengen, door liever vechtend te sterven, dan zich over te geven of zich te verschuilen, maar militair bezien is de zelfmoordaanval grote waanzin. Het is een met veel lawaai gepaard gaande zelfvernietiging en vanuit Amerikaans standpunt bezien een volkomen nodeloze opoffering van moedig vechtende mankracht.

De eerste dagen gingen wij de “Sump” grotten niet binnen, maar bleven deze bewerken met explosieven. Maar wij wisten, dat wij hier de strijd gewonnen hadden. Toen wij op 27 Juni de grotten binnengingen, was de lijkenlucht ondragelijk. Kogels, granaten, gasoline, T.N.T.; dat alles had zijn vernietigende werk gedaan. Het was een hopeloze taak te trachten in deze onbeschrijfelijke chaos een zuivere telling van de lichamen te maken, want er was vrijwel geen halve vierkante meter, waarop zij niet lagen. Dit is niet de plaats om ons te gaan verdiepen in de ondoorgrondelijke mysteries van de Japanse tactiek.

De vrijwel onkwetsbare rotsopstellingen en de grotten op Biak maakten dat onze taak op Biak bijzonder zwaar en onaangenaam was. Maar door het besluit van Kuzume om strak aan zijn oorspronkelijk verdedigingsplan vast te houden, was onze overwinning onvermijdelijk. Nadat onze “Task Force” was doorgestoten naar de Mokmer strip, waren de Ibdi en Mokmer grotten geïsoleerd en hadden deze nog slechts waarde als objecten, die wat last veroorzaakten.

Maar Kuzume, in plaats van zijn troepen op te dragen voor de dag te komen om met vereende krachten tegenstand te bieden, gaf ons de kans zijn versterkingen stuk voor stuk uit te schakelen. Natuurlijk ben ik blij, dat hij een dergelijke zienswijze heeft gehad. Onze opdracht was voltooid en ingevolge orders moest ik op 28 Juni 1944 met mijn staf terugkeren naar Hollandia.

Op die datum toonden de rapporten aan, dat ongeveer 2800 Japanners tijdens acties alleen al waren gesneuveld, niet mede gerekend het zeer grote aantal in de grotten gesneuvelde Japanners en dat er 13 gevangen genomen, waarvan slechts één een combattant was. Toen ik vertrok waren nog niet alle grotten bedwongen en er bevonden zich nog vele Japanners in het Noordelijke deel van het eiland Biak.

Maar de overwinning was behaald en er werd slechts weinig georganiseerde tegenstand geboden. Ik ben er zeker van, dat niemand van diegenen, die de strijd om de grotten van Biak heeft meegemaakt, dit ooit zal kunnen vergeten. Ik keerde terug naar Hollandia, om daar te horen te krijgen dat ik spoedig commandant zou worden van een nieuw Amerikaans leger in de Pacific: Het 8e leger.

Naschrift:

In 1960 en 1961 werd in Biak het strijdkrachten weekblad “DE TERM” uitgegeven, een weekblad voor alle strijdmachtonderdelen. Onder redactie van; C. Beek A.C. van Meerkerk S. Hinfelaar P.E.R. Leertouwer

Dit strijdverslag van de Amerikaanse strijd om Biak werd eerder gepubliceerd in “De Term”, als vervolgverhaal. Ook verscheen het verslag begin 1961 als speciale uitgave van “De Term” in een oplage van 250 exemplaren. Met de mededeling dat er in verband met papier gebrek, geen herdruk zou plaatsvinden.

Nu na 38 jaar is er met toestemming van oud redacteur Van Meerkerk, toch weer een herdruk. Helaas hebben wij de naam van de auteur niet kunnen achterhalen. ’s-Gravenzande 12-4-1999

Reacties op dit artikel via het prikbord

naar vorige pagina naar volgende pagina