Morning Star - officële vlag van West Papua

 

Welkom
Verantwoording
Fotogalerij
Handige Links
Reageer
Gastenboek
De Judas-kus
NieuwGuinea in media
Prikbord
Bezoekersbijdragen



 



Bijdrage van André van Leusden

 

Dpl. Sld. A.J. van Leusden, Legernummer 291117119,
behorende bij het carrier-peloton van de ondersteuning Compagnie van het 7 Garde Régiment Princes Irene. (434bat)

André was een van de pioniers in Nederlands Nieuw Guinea. Eind 1949 werd hij met zijn afdeling ingescheept vanuit Sumatra naar Nederlands Nieuw Guinea.

De Nederlands-Indië veteranen en Nieuw Guinea veteranen kregen ze uiteindelijk in Nederland terug geen enkele waardering.
Politiek en gemeenschap wilden de koloniale periode zo snel mogelijk afsluiten.
Boeken dicht en niet meer over praten. Dat onze mensen daar onder vaak barre omstandigheden hun werk moesten doen in opdracht van de Nederlandse overheid was iets waar niet meer over gepraat moest worden. Hoofdstuk gesloten.

Gelukkig is er de laatste jaren - beetje erg laat,hè? - een kentering opgetreden en is er wat meer openheid en waardering gekomen voor onze jongens, die daar ook niet anders deden dan hun dienstplicht vervullen.

Maar ook bij de legeronderdelen onderling waren er gevoelens van voortrekken en onbegrip. Dat was een stukje naijver dat  natuurlijk ook in Nederland zelf al gevoeld werd tussen de zandhazen en de marine. Later kwam daar elitaire luchtmacht nog eens bij. Maar laten we duidelijk zijn: ook voor de mariniers was het in Nieuw Guinea voor een groot deel geen feestmaal. Maar de eerste troepen, waarvan André van Leusden deel uit maakte, hebben het natuurlijk extreem moeilijk gehad. Maar dat was ook niet veel anders voor de burgerkolonisten, die vanuit Ned.Indië naar Nieuw Guinea werden verscheept. Die werden ook maar op het strand geflikkerd en moesten maar zien hoe ze het verder moesten redden.

 

André zelf aan het woord:

Bij zoveel beschrijvingen over het verblijf op Nw-Guinea wordt ons bataljon nooit vernoemd, altijd de Mariniers alsof zij het er hebben geklaard. We waren er al 3 jaar eerder, wij werden uitgezonden nog voor de soevereiniteit overdracht.

We waren het eerste bataljon het 434ste bataljon het 7 Garde Regiment Prinses Irene dat vanuit Sumatra naar Nw-Guinea moest vertrekken. We werden over het hele eiland gestationeerd met 835 man. We werden op plaatsen gedropt waar helemaal geen voorzieningen waren. We werden met een oude KPM schuit vervoerd.
Er was totaal geen enkele voorziening.

Ook het eten leek nergens op: blikken die bol stonden, brood in beperkte mate, zo dat de keuken nachts open gebroken moest worden, om brood te stelen.
We werden op verschillende plaatsen aan wal gezet, met sloepen, Fak-Fak-Sorong-Manokwarie-Biak en Hollandia, onderdak was er niet. Er werd een leeg huisje gevonden waar we met 20 man onderdak waren.

De keuken werd in de politiekazerne ondergebracht. Al de proviand moest op de rug naar 110 mtr hoogte worden gebracht, bergopwaarts.
Er was geen dokter. Eens in de maand kwam er een KPM schip langs. Na 2 maanden kwam er een Catalina vliegboot, die om de 10 dagen post kwam brengen.
We hadden een kok die geen brood kon bakken: elke dag pap en kaakjes, De voorzieningen waren nul, nul.

Later kwam er een genie-peloton die een lichtaggregaat kwam brengen zo dat we stroom zouden hebben, maar er was geen bedrading bij, die hebben we nog zelf opgehaald uit een oude Jappen dump in Kaimana. Er was in de kampong niets te koop, nog geen pinda.
Later moesten we ons geld inwisselen tegen Nw-Guinea guldens, waar ze ook nog het nodige van in moesten pikken.

De heren Mariniers kwamen met groot materieel in een gespreid bedje, en daar kon alles voor gemaakt worden.
Zij waren de grote mannen voor de nodige onderscheidingen. Wij kregen ze nog jaren later alsnog uitgereikt, maar je moest er wel om vragen.
Wij gingen op patroelje met uitgeholde boomstammen van de Papoea’s, of met het gouvernementbootje. Wij waren al vol in actie eer dat er sprake was van een Marinier.

Wij waren dienstplichtig. We zijn onze plicht tegenover de bevolking volkomen nagekomen, alleen zijn we daarvoor niet behangen met allerlei medailles, spelden en kruizen. We werden op meerdaagse patroelje gestuurd door het oerwoud zonder gids en er waren ook wel dorpen bij die aanhangers waren van de rood witte vlag, maar over het algemeen werden we vriendelijk ontvangen zeker door de Papoea’s.

Wij hebben er bijna 9 maanden gezeten, wat ook de toezegging was. We werden afgelost door jongens van Westerling die daar het einde van hun straf konden uitzitten.


  • Andre heeft zijn ervaringen opgeschreven in een dagboek: klik hier om naar het dagboek te gaan.

  • Bovendien heeft Andre nog enkele artikelen bewaard over Nederlands Nieuw Guinea:
     - Zusters in Nieuw Guinea / Eerste kennismaking viel ons geweldig mee. Klik hier.
     - Biak - toneel van zware strijd om holen en spelonken. Klik hier
     - Koloniale geschiedenis / Herinneringen aan Papoea’s. (Michael Rockefeller, een van de versies!) Klik hier

  • Voor zijn fotoalbum van zijn tijd in Nieuw Guinea: klik hier

 

 

Reacties op dit artikel via het prikbord